Groningen Stad
1857 tot 1933
'Aan dit lustoord zijn hart verpand' - Jan Anthony Mulock Houwer en het Stadspark
Hij ligt begraven op het Esserveld, maar de eik die uitkijkt op de grote vijver in het Stadspark, is zijn plekje en monument. Jan Anthony Mulock Houwer (1857-1933) was de stuwende kracht achter de aanleg van het Stadspark.

Een moeder met kind in het gras bij het splinternieuwe Stadsparkpaviljoen, ca 1926. - Foto: E. Theijssen Czn., Groninger Archieven
De in Zierikzee geboren Jan Anthony studeert in Delft civiele techniek en bouwkunde en wordt ingenieur. Het gaat hem voor de wind, want al op vijfentwintigjarige leeftijd wordt hij benoemd tot Bouwmeester der gemeente Deventer. In de stad aan de IJssel ontwerpt hij verschillende karakteristieke panden, zoals de watertoren, de grote synagoge en villa's. Na zeventien jaar Deventer wordt de dan 43-jarige Mulock Houwer in 1900 benoemd tot directeur van de dienst Gemeentewerken in Groningen. In die functie bouw hij onder andere het 'Blauwe Dorp', de watertoren bij de Herman Colleniusbrug, en de fonteinvijver en muziekkoepel van het Noorderplantsoen.
Scholten en De Braak
Zoals dat hoort bij mensen in een hoge functie komt ook Mulock Houwer terecht bij verenigingen en sociëteiten. Eén ervan is De Centrale, 'de vereeniging tot bevordering van den bloei van Groningen'. Daar maakt hij kennis met Jan Evert Scholten, de grootindustrieel en multinational die na de dood van zijn vader Willem Albert een van de rijkste mannen van Nederland is geworden. Scholten heeft al in 1889 zijn buitenplaats De Braak in Paterswolde opengesteld voor publiek, dat er wandelt onder de berceau en in de doolhof. Mulock Houwer zal er ook verpoosd hebben, want hij is een groot liefhebber van natuurschoon. Als directeur gemeentewerken is hij degene bij wie de plannen voor een Groninger Stadspark in vruchtbare aarde vallen en zullen ontkiemen.
Opvoeding
Al in de eerste helft van de negentiende eeuw raakt stadsverfraaiing in de mode, maar rond 1890 komt daar een opvoedkundig aspect bij kijken. Natuur is goed voor de gezondheid, maar in volksparken ontmoet de arbeider bovendien de gegoede burgerij. Alleen al door dat vooruitzicht 'zal bij hem de wens ontstaan met vrouw en kinderen netjes voor de dag te komen.' Arbeiders kunnen zich in de volksparken optrekken aan de leden van hogere klassen en standen, zo is de gedachte.
Enorme vijver
Vanaf 1909 beijvert de 'Vereeniging het Stadspark' zich voor de aanleg van een volkspark aan de rand van de stad. Scholten is voorzitter, Mulock Houwer penningmeester. Met de gemeente sluit de vereniging een huurcontract af voor een stuk van ruim 40 hectare drassige veengrond aan de zuidkant van de stad. De eerste spade gaat in 1913 de grond in voor een enorme vijver van 3,5 meter diep. De grond die daaruit komt, wordt vermengd met zand en kalk en gebruikt voor ophoging van het terrein. Landschapsarchitect Leonard Springer, die Mulock Houwer nog kent van zijn tijd in Deventer, vult het landschap met beplanting. Voornamelijk eiken, aangevuld met bomen en heesters die passen in het Gronings-Drentse landschap.
Zwemmen en picknicken
Het graafwerk wordt uitgevoerd door werklozen in de werkverschaffing. Al in 1917 wordt een eerste kinderspeelplaats in gebruik genomen. De meeste Stadjers zijn blij dat er een park komt, al zijn er ook kritische geluiden te horen. Mulock Houwer zou als stadsbouwmeester het geld beter kunnen besteden aan degelijke riolering en betere huurwoningen voor arbeiders. Hij verdedigt zich door te stellen dat de mens behoefte heeft aan rust in de natuur. Daarom mag iedereen van Mulock Houwer picknicken op de gazons en zwemmen in de vijver. Daar komt bij dat het grootste deel van het geld voor het park niet van de gemeente komt, maar van particuliere geldschieters, zoals Scholten.

Jan Anthony Mulock Houwer (1857-1933) op latere leeftijd. - Foto: collectie Groninger Archieven
Sterven voor het Stadspark
Scholten overlijdt in 1918, na een ziekbed van een paar weken. Hij laat fikse bedragen na voor de aanleg van het park en voor een paviljoen. Daarna overlijden binnen een paar jaar drie bestuursleden van de vereniging, waaronder voorzitter P.B.J. Reeling Brouwer, die in 1923 op vakantie in Zwitserland door de bliksem wordt getroffen. Kort na de opening van het park overlijdt voorzitter Helder en drie jaar later secretaris Schutter. Mulock Houwer ontwerpt een monument voor Scholten, zijn vriend en de eerste voorzitter en de grote geldschieter van het Stadspark, dat in 1931 wordt onthuld vlakbij de drafbaan.
De opening van het Stadspark op 19 mei 1926 is voornamelijk de opening van het eindelijk voltooide paviljoen, dat ontworpen is door Mulock Houwer zelf. Tijdens de feestredes krijgt hij tal van complimenten en wordt opgemerkt dat hij 'aan dit lustoord zijn hart heeft verpand'. Zonder zijn bekwaamheid, kunde en inzicht had het Stadspark volgens de sprekers nooit een succes kunnen worden.
Goed gebruikt
Het park zelf is dan al lang in gebruik; in 1922 is op het middenterrein al uitgebreid gevierd dat Groningen 250 jaar eerder werd ontzet en ook de drafbaan wordt al goed gebruikt. In 1930 komt er een volière bij, het huidige onderkomen van de jeu de boulesclub. In het park wordt gesport, gewandeld en genoten. Na de Tweede Wereldoorlog, waarin de bezetter het park veel schade toebrengt door het aanleggen van loopgraven en verdedigingswerken, wordt het park gerestaureerd en uitgebreid. In 1950 komt er een kinderboerderij bij, in 1960 opent de camping haar poorten.
Eik
Mulock Houwer maakt dat allemaal niet meer mee, hoewel hij alle vermaak en ontspanning in zijn volkspark met goedkeuring zou hebben bekeken. Hij overlijdt in 1933 en twee jaar later wordt er een boom voor hem geplant in zijn geliefde lustoord. Een eik, de gewoonste boomsoort in het Stadspark, met een voor zijn principes onkarakteristiek hekje er omheen. Mulock Houwers eik kijkt uit over de achterzijde van het paviljoen en over de vijver. Een bescheiden aandenken aan iemand die zo veel mensen rust en ontspanning heeft geboden.
Bronnen
Solveig Ringkvist, 'Stadspark: van ontstaan tot uitbreiding', Groningen toen, 1984
J.A. Mulock Houwer, 'Het Stadspark', Groningsche volksalmanak 1931
Gouden boek der vereeniging 1909-1946, Groninger Archieven
Jij Groningen Magazine, nummer 1, 2018

Hét plekje van Jan Anthony Mulock Houwer; aan de oever van de grote vijver van het Stadspark, met zicht op de achterkant van het paviljoen. – Foto: Els Zwerver