Pioniersgeest

1959 tot 2018

Expositie: De ontdekking van de Groninger gasbel

In 2018 ontwikkelde De Verhalen van Groningen een expositie over de ontdekking van de Groninger gasbel. Deze expositie is in verschillende vormen en op verschillende plekken in Nederland te bezichtigen geweest. Zo reisde deze mee met de theatervoorstelling GAS van Toneelgroep Jan Vos en met met het locatietheater Aardgasten van Toneelgroep Hollands Glorie. Daarnaast is de expositie te zien geweest in de Folkingestraat Synagoge en in Galerie Pictura, en tijdens WinterWelVaart en de Dag van de Groninger Geschiedenis. 

Expositie: De ontdekking van de Groninger gasbel

​​​​​Boortorens bij de gaswinningslocatie Slochteren, 1965. - Fotograaf onbekend, Groninger Archieven

Proloog: de ontdekking van de Groninger Gasbel

Op 29 mei 1959 vond de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) aardgas in de grond bij Kolham. Dat ging min of meer per ongeluk, want de NAM was eigenlijk op zoek naar aardolie. Na de ontdekking van de gasbel werd er snel een boortoren gebouwd en nog geen twee maanden later werd er voor het eerst Groninger gas gewonnen. Het eerste gas dat via de vlam bij het boorplatform affakkelde, zorgde voor een indrukwekkende oranje gloed die tot ver in de provincie zichtbaar was.

Toch werd pas enkele jaren later duidelijk dat onder Groningen het grootste gasveld van Europa verborgen lag. De ontdekking van de Groninger gasbel beïnvloedde de levens van vrijwel iedereen in Nederland. In deze expositie gaan we terug naar de jaren zestig van de vorige eeuw en vertellen hoe boeren, nationale en lokale overheden, burgers en wetenschappers destijds de gevolgen van gaswinning beleefden.

<p>​​​​​Een boortoren en affakkelingsinstallatie bij Noordbroek, 1963.&nbsp;- Fotobedrijf Piet Boonstra, Groninger Archieven</p>

​​​​​Een boortoren en affakkelingsinstallatie bij Noordbroek, 1963. - Fotobedrijf Piet Boonstra, Groninger Archieven

De Boer

Boer Kornelis Boon uit Kolham keek er in eerste instantie wat sceptisch tegenaan. Het was op zíjn land dat het Groninger gasveld werd ontdekt, en waarop de boortoren werd gebouwd waarmee de eerste boringen werden volbracht. Boer Boon was bang dat zijn nieuwe voorraadschuur zou verzakken en dat de gasboringen zijn bietenakker zouden beschadigen. Daarnaast sprak hij de NAM aan over een huurprijs van zijn land en schadeloosstelling omdat hij zijn grond zelf niet meer kon gebruiken.

Al snel werden er ook boortorens gebouwd op het land van andere boeren in de omgeving. Zij deelden de zorgen van boer Boon. Samen richtten zij in 1964 de Vereniging voor Locatiehouders op. De secretaris van de Gewestelijke Raad voor Groningen trad op als onderhandelaar, die namens de boeren met de NAM om tafel zat. Er werd besloten dat de boeren een schadevergoeding zouden ontvangen, en wat geld voor de huur van hun land. Omdat in Nederland de opbrengsten van bodemschatten aan de staat toebehoren, hebben de boeren uiteindelijk maar weinig gemerkt van de rijkdom onder hun grond.

De Minister

Het duurde even voordat de Nederlandse regering besefte dat er in Groningen een gasveld van ongekende afmetingen was gevonden. Het nieuws werd pas anderhalf jaar na de ontdekking van de gasbel wereldkundig gemaakt, toen een Belgische senator in het Europees Parlement repte over de aardgasreserves bij Groningen. Deze informatie sloeg in als een bom. De kranten kopten: “Enorm gasreservoir ontdekt in Groningen”. Minister De Pous van Economische Zaken bevestigde deze berichtgeving.

Daarna ging het snel. In 1962 werd de Aardgasnota aangenomen, waarin De Pous schreef dat de gaswinning in Groningen geëxploiteerd zou worden door een publiek-private maatschap. Al het gewonnen gas zou verkocht worden aan de Gasunie, die verantwoordelijk zou worden voor de inkoop, transport en verkoop van het aardgas. Minister De Pous en zijn opvolgers zagen de Nederlandse schatkist zich in een rap tempo vullen. De ontwikkeling van de verzorgingsstaat en de verbetering van de volkshuisvesting konden grotendeels gefinancierd worden vanuit de aardgasbaten.

<p>Minister de Pous (tweede van rechts) bezoekt een boorlocatie van de NAM, 1962-1963.&nbsp;-&nbsp;Fotobedrijf Piet Boonstra, Groninger Archieven</p>

Minister de Pous (tweede van rechts) bezoekt een boorlocatie van de NAM, 1962-1963. - Fotobedrijf Piet Boonstra, Groninger Archieven

De Burgemeester

In 1963 maakte de eerste op aardgas gestookte CV-ketel van Nederland een gedenkwaardig entree. De CV-ketel in kwestie arriveerde per Luchtmacht-helikopter op de Ossenmarkt in Groningen, ten overstaan van een groot aantal belangstellenden. Vervolgens werd de CV-ketel naar een nieuwbouw huis aan de Multatulistraat gebracht, waar die geïnstalleerd werd. De monteurs deden er een hele dag over. Uiteindelijk was de eer aan de burgemeester van Groningen, Jan Tuin, om de CV-ketel officieel in werking te stellen.

Nationale en lokale overheden lanceerden een daadkrachtige operatie om huishoudens ervan te overtuigen over te stappen op aardgas. Bij deze operatie speelden subsidies en reclamecampagnes een cruciale rol, zoals een tv-reclame met Willeke van Ammelrooy over de gemakken van aardgas. Intussen begon de Gasunie met de aanleg van een nationaal distributienet van gasleidingen. Binnen een decennium zagen burgemeesters door heel Nederland hun gemeenten voorzien worden van CV-ketels en gasfornuizen. Tussen 1963 en 1973 steeg het gemiddelde gasverbruik van 300 naar 3300 kubieke meter per huishouden.

De Burger

De overstap naar aardgas had gevolgen voor de dagelijkse gang van zaken voor burgers door heel Nederland. Niet alleen had de komst van aardgas gevolgen voor de manier waarop een huis verwarmd werd, het betekende ook een nieuwe manier van koken. Het Nieuwsblad van het Noorden schreef op 7 december 1963 triomfantelijk: “Maandag koken duizenden huisvrouwen in de provincie Groningen op het vermaarde gas uit eigen bodem”.

Er zijn destijds diverse instructiefilmpjes verschenen waarin een huisvrouw uitlegt wat de overstap naar aardgas betekent voor haar werkzaamheden. In een Verhalencafé, georganiseerd door De Verhalen van Groningen, vertelde mevrouw Poeder uit Groningen over haar eigen ervaringen met de komst van het aardgas: “Vroeger was het behelpen, je kookte dan op een petroleumstel ofzo. Met gas ging het ineens allemaal veel sneller.” Meneer Weening uit Groningen herinnert zich hetzelfde. “De aardappels brandden zo aan! Of de melk kookte over. Je moest er echt mee leren omgaan.”

De Criticus

Hoewel een groot deel van Nederland aan het begin van de jaren zestig in een staat van euforie verkeerde, waren er ook mensen die vraagtekens plaatsten bij de gaswinning in Groningen. Reeds in 1963 waarschuwde ingenieur W.A.B. Meiborg voor verzakkingen als gevolg van de gaswinning, maar zijn argumenten werden door minister De Pous van tafel geveegd. Toch stelde de NAM vanaf 1963 een geheim onderzoek naar bodemdaling in, dat pas in 1972 aan het licht kwam na Kamervragen van Jan Terlouw.

Daarnaast ontstonden er in de jaren zeventig kritische geluiden wat betreft de welvaartsverdeling in Nederland. Er werd steeds meer gesproken over de ‘achterstelling van het Noorden’, omdat men vond dat de Groningers zelf niets terugzagen van de aardgasbaten. Zo organiseerde vakbondsman Fré Meis een protestrally met 226 auto’s. Volgens hem won de overheid wel gas uit Oost-Groningen, maar deed zij niets om dit ‘wingewest’ uit zijn economische misère te helpen. Veel van deze gevoelens leven vandaag de dag nog steeds.

<p>​​​​Volkscongres in de Korenbeurs te Groningen, 1972. Het interieur is behangen met spandoeken en Fr&eacute; Meis spreekt over &lsquo;de achterstelling van het Noorden&rsquo;.&nbsp;- Fotobedrijf Piet Boonstra, Groninger Archieven</p>

​​​​Volkscongres in de Korenbeurs te Groningen, 1972. Het interieur is behangen met spandoeken en Fré Meis spreekt over ‘de achterstelling van het Noorden’. - Fotobedrijf Piet Boonstra, Groninger Archieven

Epiloog I: de Opstandeling

Het Groninger gasveld heeft een totale omvang van wel 2.800 miljard m³, waarvan sinds 1963 al ruim 75% is geproduceerd. Gedurende de afgelopen decennia wordt duidelijk dat de gasboringen aardbevingen induceren en daarmee schade aan woningen en andere gebouwen aanrichten. In 2012 wordt Huizinge getroffen door een aardbeving met een kracht van 3.6 op de Schaal van Richter, waardoor de gaswinningsproblematiek op de politieke agenda komt. Een rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid uit 2015 stelt dat de overheid zich ruim vijftig jaar weinig tot niets aangetrokken van de veiligheid van de Groningers. Dit leidt tot veel frustratie onder Groningers en grootschalige (media-)acties zoals ‘Laat Groningen Niet Zakken’.

Er wordt een Nationaal Coördinator Groningen aangesteld die verantwoordelijk is voor het versterken van gebouwen. Daarnaast is het Groninger Gasberaad opgericht, dat de belangen van burgers en organisaties in het aardbevingsgebied vertegenwoordigt. Desalniettemin verlopen onderhandelingen over schadevergoedingen en het verminderen van de gaswinning moeizaam. Daar komt verandering in als de aarde in januari 2018 weer beeft met een magnitude van 3.4 op de Schaal van Richter. Er treedt een nieuw schadeprotocol in werking en Minister Wiebes van Economische Zaken kondigt aan dat de gaskraan stapsgewijs dicht zal worden gedraaid. Rond 2030 moet de gaswinning geheel afgebouwd zijn.

Epiloog II: de Voorloper

De gaswinning in Groningen is een complex vraagstuk, maar biedt in zekere zin ook kansen. Omdat de noodzaak om over te stappen op duurzame energiebronnen hier letterlijk gevoeld wordt, weet Groningen een voortrekkersrol te vervullen op het gebied van energietransitie. In Groningen werken kennisinstellingen, bedrijven en ook burgers nauw samen aan het ontwikkelen van talloze energie-innovaties.

Niet alleen is de juiste infrastructuur, kennis en de benodigde ruimte aanwezig, Groningen kent ook een aantal unieke faciliteiten op het gebied van energietransitie zoals de Energy Academy Europe en het testcentrum EnTranCe. Ook het internationale kenniscentrum voor klimaatadaptatie van de Verenigde Naties vestigt zich in Groningen. De gaswinningsproblematiek zoals die momenteel in Groningen ervaren wordt, draagt daarom in die zin positief bij aan de ontwikkeling van Noord-Nederland tot voorloper op het gebied van energietransitie.

<p>Het gebouw van EnTranCe. - Foto Marketing Groningen</p>

Het gebouw van EnTranCe. - Foto Marketing Groningen