Wad & Water

1815 tot 1939

Emigratie naar Het Beloofde Land

Begin 20e eeuw slaat in het Oldambt de Amerika-koorts toe. Kinderrijke gezinnen wagen de oversteek. Deels gedreven door bittere armoede, maar ook uit godsdienstwaan; orthodoxe dominees achterna die hen het Beloofde Land inpraten.

Emigratie naar Het Beloofde Land

Reizigers staan in de rij om aan boord te mogen gaan van een van de schepen van de Red Star Line in Antwerpen. - Foto via Redstarline.be

Als Hendrik Schwertmann twee jaar is neemt vader Hinderk (geboren nabij Weener) een kloek besluit. Met acht kinderen wil hij weg uit de misère in het Oldambt. Het gezin uit Kostverloren (een buurtschap nabij Drieborg) ontvlucht de armoede en vertrekt in 1904 uit Oost-Groningen. Hun reisdoel: de haven van Antwerpen. Daar wacht de Red Star Line op emigranten (voornamelijk uit Oost-Europa) die de oversteek naar Amerika, het Beloofde Land willen maken. Andere landverhuizers nemen in Rotterdam de Holland-Amerika Lijn.

Het is een gok om helemaal de reis vanuit Oost-Groningen naar Vlaanderen te maken. Voordat het gezin scheepgaat moet vader Hinderk eerst gekeurd worden. Hij gaat een uur onder douche om besmetting van luizen en ander ongedierte weg te spoelen. Daarna onderzoekt de dokter hem nauwgezet. Hinderk heeft pech. Hij wordt afgekeurd. Schwertmann heeft last van stofogen, opgelopen als arbeider op de dorsmachine. Er zit niet anders op om met het hele gezin terug naar 'huis' te gaan.

Maar thuis is geen thuis meer. Hij heeft op een boeldag alle have en goed verkocht, zijn huisje op Kostverloren is niet meer het zijne. Waar moet hij zijn gezin onderbrengen? Hij ziet een leegstaand gemaaltje in de buurt van Nieuw-Beerta en stapt naar de eigenaar, een boer. Volgens jongste zoon Hendrik moet de dialoog met de boer als volgt zijn verlopen:

'Ie hebben n hoes leeg. Kennen wie doar in?'
Vraagt boer: 'Houveul kinder hij je…?'
'Aachte, k heb nait meer en ook nait minder.'
Zegt boer: 'Aachte is wel slim veul.'
Zegt vader weer: 'k Zel wel twije verzoepen, as joe dat beter oetkomt.'

Zover komt het niet. De boer strijkt over zijn hart. Het gezin Schwertmann betrekt de nieuwe woning.

Oversteek

De familie Schwertmann is niet de enige die het geluk elders zoekt. Uit het dorp Oostwold vertrekken begin 20e eeuw talrijke gezinnen. Zij reizen rechtzinnige dominees achterna zoals Albertus van Raalte, die zich keert tegen de in zijn ogen te vrijzinnige hervormde kerk en een orthodoxe leer predikt. Met zijn volgelingen strijkt hij neer in de buurt van Michigan. Eenmaal aan de overkant is het hard buffelen voor een fatsoenlijk bestaan. Uit brieven naar huis wordt gerept van 'hutten van graszoden.' Eén van de landverhuizers Dirk Versteeg beschrijft de woonomstandigheden als volgt:

'Om die hutten te bouwen, groeven zij eerst een kuil van een halve tot een hele meter diep in de grond. De zoden die men zo verkreeg werden aangevuld met van elders verkregen exemplaren en langs de randen van de kuil op elkaar gelegd. Zij vormden de muren en ook het dak en zelfs de schoorsteen werden van dezelfde bouwstoffen gemaakt.'

Een nieuw thuis

Ondanks die miserabele eerste jaren wagen in die tijd toch zo'n 250.000 Nederlanders, voornamelijk Friezen, Groningers en Zeeuwen, de sprong voorwaarts en vestigen zich in het Beloofde Land. Zij gaan op een kluitje bij elkaar wonen in dorpen als Grand Rapids en Kalamazoo. Sommigen verkiezen de staat Iowa als hun 'thuis' en noemen hun plaats Pella, de plaats waar de christenen in 70 na Chr. naar toe vluchtten toen de Romeinen Jeruzalem verwoestten. Foto's van Pella nu laten een Hollandse stad zien, met grachten, trapgevels en ophaalbruggen.

Geroyeerd

Wie het gemeentearchief in de voormalige gemeente Midwolda openslaat, ziet een ware uittocht uit het dorp Oostwold, allemaal met een schare kinderen. Een willekeurige greep: Geert Mejeur met tien kinderen (1906), Hendrik Sportel met acht (1907), Steven Nap met zeven (1914), Vrouw Meia Nap met vijf (1897), Hendrik Dieterman met tien (1911), Egbert de Vries met zes (1904), Hendrik Adam met vier (1907), Udo Mejeur met zeven kinderen (1902).

Ze laten taal noch teken achter en het bevolkingsregister merkt koeltjes op: 'Geroyeerd op grond van artikel 19 van de wet.' Wat betekent dat de koorts hen zo bevangen heeft, dat zij geen tijd hebben gehad zich bij de gemeente af te melden.

Weinigen keren weerom. Het verhaal gaat dat in de jaren vijftig van de vorige eeuw meer Oostwolmers in Noord-Amerika wonen dan in het Oldambtster dorpje zelf. Soms komt een emigrant terug op zoek naar zijn roots, zoals Hendrik Werkman die het in Kalamazoo schopt tot directeur van de reinigingsdienst.

Heimwee

Van het gezin Schwertmann vertrekt het vijfde kind Mello op 22 juli 1922 naar de Verenigde Staten, maar hij sterft daar al op 28 oktober. Waar is onbekend. En waaraan blijft gissen. Neef Mello Schwertmann uit Finsterwolde, vernoemd naar zijn oom, vermoedt 'heimwee', althans dat verhaal doet de ronde in de familie. Mello werd slechts 25 jaar.

<p>Pella in Iowa, Verenigde Staten, waar een groot aantal Nederlanders terecht kwam in de negentiende eeuw. De Vermeermolen werd in Nederland gebouwd en in 2002 naar het stadje verscheept. &ndash; Foto: Tony Webster</p>

Pella in Iowa, Verenigde Staten, waar een groot aantal Nederlanders terecht kwam in de negentiende eeuw. De Vermeermolen werd in Nederland gebouwd en in 2002 naar het stadje verscheept. – Foto: Tony Webster