Macht & Pracht

1875 tot 1952

Evert Jan Thomassen à Thuessink van der Hoop van Slochteren

Een van de laatste bewoners van de Fraeylemaborg te Slochteren was Evert Jan Thomassen à Thuessink van der Hoop van Slochteren. Hij was tijdens zijn actieve loopbaan onder andere burgemeester van Sappemeer en Slochteren en loodste op eigenzinnige wijze beide gemeenten door een moeilijke periode tussen twee wereldoorlogen.

Evert Jan Thomassen à Thuessink van der Hoop van Slochteren

Mr. Evert Jan Thomassen à Thuessink van der Hoop van Slochteren met echtgenote en dochters in een open rijtuig, 1925. – Foto: P.B. Kramer, collectie Groninger Archieven

Abraham Johan Thomassen à Thuessink van der Hoop was onder andere lid van de Tweede Kamer. Omdat hij de borg met de heerlijkheid Slochteren in 1867 had geërfd, voegde hij ‘van Slochteren’ toe aan zijn geslachtsnaam. Na zijn dood in 1882 erfde zoon Evert Jan de Fraeylemaborg en de heerlijkheden zijn vader.
Evert Jan was niet alleen heer van Slochteren, maar tevens van Kolham, Foxham en half Schildwolde. De familie Thomassen à Thuessink Van der Hoop behoorde tot de aristocratie en maakte sinds het begin van de 19e eeuw deel uit van de Nederlandse elite. In kringen van bankiers kwam in latere jaren de naam Van der Hoop veelvuldig voor.

Openbaar bestuur

Het leven van Evert Jan van der Hoop heeft zicht grotendeels afgespeeld in het openbare bestuur. Na een rechtenstudie die hij in Groningen afrondde werd hij advocaat. Hij promoveerde vervolgens twee keer. De nog jonge pleiter was korte tijd lid van de gemeenteraad in Groningen. In 1907 werd hij gekozen tot lid van de Provinciale Staten van Groningen. Aanvankelijk was hij lid van de ARP, later van de CHU. Van 1911 tot 1917 was hij raadslid van de gemeente Slochteren.

Sappemeer

In augustus 1917 werd Evert Jan van der Hoop benoemd tot burgemeester van Sappemeer. De gemeenteraad was onthutst over de aanstelling. 'Wij waren zeker niet op uwe benoeming verdacht', aldus een van de leden. De raad was dan ook niet geconsulteerd. De fracties vonden het profiel van de nieuwe burgemeester in het geheel niet passen bij de signatuur van het toenmalige Sappemeer. Een rechtzinnige, christelijke burgemeester, een heer van stand uit een landbouwgemeente in een Sappemeer dat zich richtte op industrie en tuinbouw, waar de arbeidersklasse groot was en linksradicaal was oververtegenwoordigd. Discussies omtrent de benoeming drongen door tot in Den Haag, waar meerdere Kamerleden spraken van een misstap.

Problemen

Al snel dienden voor Van der Hoop, die op de borg Welgelegen zijn intrek had genomen, de eerste problemen zich aan. Reeds in de aanloopperiode was er een wethouder die er zonder opgaaf van reden plotseling de brui aan gaf. Niemand wilde zijn plaats innemen. Daarmee kreeg het vertrouwen van de nieuwe burgemeester een fikse dreun. Ook waren er problemen met het aantrekken van nieuwe, deskundige ambtenaren. Sommigen solliciteerden zelfs naar andere gemeenten. Mede daardoor slaagde Van der Hoop er niet in op het Sapmeerster gemeentehuis de huishouding op orde te krijgen. Hij weigerde echter dit te erkennen.

Een andere vorm van ‘tegenwerking’ kwam wat later van de SDAP die, onlangs een flinke bezetting in de raad, weigerde regeringsverantwoordelijkheid te nemen. En dat in een gemeente waar het arbeidersvolk de meerderheid vormde.
In 1918 demonstreerde de lokale bevolking enkele keren tegen het gemeentebestuur. De prijzen van eerste levensbehoeften moesten naar beneden en de gemeente diende de werkgelegenheid te bevorderen. Ondanks pogingen de verhoudingen te verbeteren, besloot Van der Hoop uiteindelijk om te zien naar een andere gemeente. Bij zijn afscheid waren er weinig lovende woorden en evenmin sprekende cadeaus. Om toch een daad te stellen schonk de vertrekkende eerste burger de gemeente een hardstenen zitbank, die werd geplaatst achter de koepelkerk aan de plaatselijke Parkstraat. Het park werd echter niet naar hem genoemd.

Slochteren

Burgemeester te zijn van de nieuwe gemeente was altijd al een diep en groot verlangen geweest van Van der Hoop. Slochteren, een krachtige, grote gemeente met aanzien. Tegenkandidaten hadden bij de sollicitatieprocedure geen kans gemaakt en door vele provinciale en landelijke politieke bestuurders was hij eerder al aangeprezen. In juli 1925 werd hij geïnstalleerd als eerste burger. De bevolking was, gezien de spectaculaire intocht, zeer enthousiast. Een waardige borgheer die terugkeerde naar zijn domein. Fraeylema werd namelijk weer bewoond.

De eerste twee jaren verliepen voor Van der Hoop prima. De grote SDAP moest in de oppositiebankjes plaatsnemen. Wat later bleek toch ook het in Slochteren niet op prijs getelde conservatisme van de burgervader, bijvoorbeeld als er vergunningen moesten worden verleend voor activiteiten op zondag.
In 1927 waren er weer verkiezingen en kwamen de politieke verhoudingen anders te liggen. De SDAP'er Freije werd wethouder en dat gaf, te vergelijken met Sappemeer, andermaal de nodige strubbelingen, die Van der Hoop tot zijn ergernis niet allemaal naar zijn hand wist te zetten.

<p>De feestelijke opening van het Woldjerspoor, 26 juni 1929. Het publiek luistert naar een toespraak van Van der Hoop van Slochteren, rechts in de kring, met snor en witte boord. &ndash; Foto: collectie Groninger Archieven</p>

De feestelijke opening van het Woldjerspoor, 26 juni 1929. Het publiek luistert naar een toespraak van Van der Hoop van Slochteren, rechts in de kring, met snor en witte boord. – Foto: collectie Groninger Archieven

Evert Jan van der Hoop bereikte in Slochteren twee belangrijke dingen. De stichting van een lagere landbouwschool en de komst van het Woldjerspoor, een treinverbinding tussen Groningen en Weiwerd, met Slochteren als tussenstation. Evert Jan bemoeide zich verder met het wapen van Slochteren. Eigenhandig tekende en kleurde hij een nieuw gemeentewapen. De eerdergenoemde bank in Sappemeer en het nieuwe wapen van Slochteren zijn tot op de dag van vandaag twee tastbare herinneringen aan de laatste borgheer van Fraeylema.

Evert Jan à Thuessink van der Hoop van Slochteren bleef tot 1940 burgemeester van Slochteren. Hij overleed in april 1952 en liet een vrouw en twee dochters na.