Pioniersgeest

1950 tot 1960

Finsterwolde, 'gebied van geestelijke nood'

Zeventig jaar geleden, vlak na de oorlog, staat Finsterwolde volop in de schijnwerpers. de pers, nationaal en internationaal, schildert het dorp af als het voorportaal van de hel. Een (nu komische) duik in het verleden.

Het gist en het borrelt in het Finsterwolde in de beginjaren 1950. De Koude Oorlog tussen het vrije Westen en de Sovjet-Unie van dictator Stalin woedt in alle hevigheid. Landelijk halen de communisten in Nederland bij verkiezingen tien procent van de stemmen. In Finsterwolde, altijd al een rood bolwerk geweest, zelfs zestig procent en dat begint her en der ongemakkelijk te voelen.

Dreigt vanuit dit dorp in het Oldambt de revolutie? Het Rode Gevaar loert om de hoek van de straat, klaar om toe te slaan. Althans, dat vrezen de autoriteiten en dus kondigt de regering op 20 juli 1951 de noodtoestand af. De raad, met de CPN in de meerderheid, komt buitenspel te staan. PvdA-burgemeester Harm Tuin krijgt alle macht en bestuurt het dorp als een alleenheerser.

Finsterwolde is hot news. Het Amerikaanse tijdschrift Time kopt 'Little Moscow' boven een artikel. Het blad sneert dat de bevolking van het dorp met 3250 inwoners elk jaar een gelukstelegram naar Stalin stuurt. Verdacht, vindt het blad, want als de Sovjet troepen eenmaal de grens oversteken 'would the town welcome the Red troops with open arms.'

Het Vrije Volk, op de hand van Tuin, schildert de communisten af als 'boosdoeners'. Volgens het socialistische dagblad hebben de CPN'ers de blik van Stalin in de ogen. De nette, liberale krant NRC gaat in een reportage op zoek naar 'zoiets als een ijzeren gordijn'. Helaas voor de reporters: 'Wij hebben geen draperie in staal ontdekt.' Andere journalisten hijsen zich in kogelvrije vesten als zij het dorp bezoeken alsof zij op weg zijn naar een gijzeling.

Niets van dat alles. Natuurlijk, in de raad komt het herhaaldelijk tot schermutselingen en schimpscheuten tussen socialisten en communisten. En burgemeester Tuin heeft de handen vol om het gekrakeel in goede banen te leiden. Maar tot een handgemeen komt het nimmer. De aanleiding voor het aanstellen van Tuin als regeringscommissaris is een conflict over de werktijden in de werkverschaffing. De directie van de DUW (Dienst Uitvoering Werken) vindt dat de werklozen ook op zaterdagmiddag aan de slag moeten om het minimaal aantal uren (48) te halen. Dat zet kwaad bloed. De arbeiders gaan in staking. De raad (lees CPN) wil dat de gemeente de stakers doorbetaalt, maar Tuin weigert en de regering steunt hem.

De Spiegel

In die roerige tijd reist ook een journalist van het brave, protestantse weekblad De Spiegel af naar Oost-Groningen. Vier volle pagina's, gelardeerd met sfeervolle, authentieke foto's, wijdt het blad aan dit dorp in het Oldambt. 'Het is in Finsterwolde werkelijk niet zo gesteld dat U er als vreemdeling bevreesd hoeft te zijn voor uw hachje. Krantenverslagen deden het ergste vermoeden en het is zelfs voorgekomen, dat schrikachtige mensen de rijkspolitie van het dorp om een geleide naar Winschoten kwamen verzoeken.'

'Dit alles', zo vervolgt journalist Bram van Echt zijn reportage, 'wekt bij de argeloze bezoeker de indruk alsof men in Finsterwolde met geladen revolvers achter de bomen staat, hoofden en vensterruiten van vijanden met stenen bekogelt, kortom een kleine guerrilla op touw heeft gezet.'

Van Echt ontwaart geen 'samenraapsel van onbewoonbaar verklaarde woningen' zoals hij had verwacht. Wel memoreert hij de 'ten hemel schreiende' armoede aan het eind van de 19e eeuw, maar dat hoeft volgens hem geen afdoende verklaring te zijn voor dit communistische bolwerk 'dat (gelukkig) uniek is in de Nederlandse samenleving'. Hij tekent op dat de Finsterwolder geen 'rebelliemaker of herrieschopper' is. Wat is het dan dat in dit dorp het communisme wortel schiet?

'Wit' communisme

Van Echt haalt Otto van Habsburg aan. Deze laatste kroonprins van Oostenrijk en Hongarije verklaart begin 20e eeuw: 'Het communisme is een godsdienst voor lieden die hun andere godsdienst hebben verloren.' En dat geldt, schrijft Van Echt, ook voor Finsterwolde. Herenboer en arbeider zijn volgens hem uit hetzelfde hout gesneden. De één is oud-liberaal, de ander anarchistisch maar beiden hebben het individualisme hoog in het vaandel. De Spiegel komt tot de slotsom dat de dominees de Finsterwolders de kerk uit hebben gepraat.

Het blad vindt de aanstelling van een regeringscommissaris (lees burgemeester Tuin) een 'noodmaatregel' die geen oplossing biedt. 'Grotere sociale zekerheid en een opvoering der welvaart zijn de beste middelen om de communistische oproerkraaiers de wind uit de zeilen te nemen.'

En voor de kerken, zo besluit het De Spiegel, ligt er een schone taak weggelegd. Er is werk aan de winkel. 'Zij moeten het geestelijk bouwland rijp maken voor de grote inzaai. Ploegen op de rotsen zoals te lang is geschied heeft zin noch nut. Dit kan slechts door een waarlijk Christelijke houding die rekening houdt met de barre realiteit onzer dagen. Om het kortaf te zeggen: tegenover het rode communisme moeten wij het witte communisme plaatsen, dat van: 'Hebt Uwe naasten lief…''

 

Bronnen:
Slikken of stikken, Cees Stolk
Tussen Moskou en Finsterwolde, Gerrit Voerman e.a.
Met dank aan: Wilma van Linge en Mello Schwertmann