Pioniersgeest

1945

Geert Begeman en Boer en Beat

Boer en Beat was een jongerenbeweging in Oude Pekela, die begon in de jaren 70 van de vorige eeuw jaren en maar liefst 25 jaar aanhield. Geert Begeman (90), nog steeds woonachtig in genoemd dorp, was de eerste officiële jeugdwerker in de gemeente. Begeman was gedurende zijn leven een veelzijdig persoon. Nu al min of meer een legende, want behalve jeugdwerker was hij boer en militair en is hij nog altijd dichter en beheerder van een museum.

Geert Begeman en Boer en Beat

Een dansmarathon bij Boer en Beat. - Foto: Veenkoloniaal Museum

Geert Begeman is een eigenzinnig persoon. Na een vruchtbare periode op de lagere school houdt hij het op de ULO na twee jaar voor gezien. De vier muren van het lokaal benauwen hem. Hij gaat werken bij zijn ouders op de boerderij. In de avonduren haalt hij zijn handels- en middenstandsdiploma: drie jaar achter elkaar drie avonden per week in Nieuwe Pekela naar school. Enkele jaren later slaagt hij in Veendam voor het getuigschrift Rijks Landbouw Winterschool. Vervolgens leert hij, in de jaren die volgen, het echte boerenwerk van zijn vader. Dan roept de dienstplicht. Begeman treft het niet. Hij wordt uitgezonden naar Indië. Daar krijgt hij de bijzondere functie van Schrijver Krijgsraad Te Velde. Het is niet de mooiste tijd van zijn leven.

Varkens en kippen

Eenmaal weer thuis pakt Geert Begeman het boerenleven weer op. Het bevalt hem wel op het land en tussen de koeien. Maar als hij trouwt met Aikina Luring uit Rhederveld, moeten thuis de financiële bakens worden verzet. Er moet meer geld in de la komen. Begeman begint met stamboekfokzeugen en kippen. Dat gaat een aantal jaren heel erg goed. Maar als in de landbouw de schaalvergroting zich aankondigt, is de lol er voor Geert af. Hij wil geen kippen in een kooitje, wil geen massaproductie van biggen en wil al helemaal geen landbouwgif op zijn land. Hij krijgt een andere kijk op de wereld en gooit het roer vervolgens drastisch om. Als boer laat hij zich saneren. De schuren komen leeg te staan.

Op het dak

Naast zijn boerderij, het is rond 1970, staat een lege boerenschuur. De vroegere oefenruimte van de destijds vermaarde band Ro-d-Ys. Een deel van de plaatselijke jeugd neemt het pand in bezit. Uit protest dat er niets voor hen wordt georganiseerd, gaat een aantal jongeren op het dak zitten. Ze nodigen buurman Geert uit hen te vergezellen. Er is voetbal op tv en op het dak zien ze in de nachtelijke uren gezamenlijk Feyenoord spelen tegen Estudiantes. Een lange hooivork van boer Begeman functioneert als antenne. Collega-boeren begrijpen Geert Begeman niet. Wie wil er nou omgaan met dit soort 'rapaille'? 

De Pekelder boer besluit echter het voor de jongeren op te nemen en haalt op bijna 50-jarige leeftijd nog het diploma sociaal cultureel werker. Zijn schuren worden ingericht als jeugdhonk en Begeman organiseert veel voor zowel de jongere als ook de oudere jeugd van Oude Pekela. Boer en Beat is geboren. In de schuren wordt op het gebied van het jeugdwerk van alles ondernomen. Zelfs lange fiets- en wandeltochten staan regelmatig op het programma. Halverwege de jaren '90 nemen buurthuizen en beroepskrachten de activiteiten van de eerste Pekelder jeugdwerker over.

Museum

Dan staan de schuren van de bevlogen jongerenwerker opnieuw leeg. Hij heeft echter uit het verleden nog heel wat boerenwerktuigen staan uit de tijd dat met paarden werd gewerkt. Met behulp van buren en kennissen knapt hij ze op en eerdere collega’s komen spullen brengen. Ook huisraad van vroeger komt in de ruimtes van Begeman terecht. Na enkele jaren kan hij een tweetal musea inrichten: ‘huisraad uit vroeger dagen’ en ‘uit de tijd van het boerenpaard ‘. Inmiddels zijn er heel wat kijkers langs geweest. Aan zijn kinderen straks de keus wat er na zijn dood met de uitgestalde spullen moet gebeuren.

Op een kleine culturele bijeenkomst in de veenkoloniale regio komt Begeman even voorbij het millennium in contact met streekgenoten die gedichten en stukjes proza schrijven. Dit raakt hem. Hij wil het ook proberen. Inspiratie vanuit het boerenleven en het jongerenwerk genoeg. Het lukt hem wonderwel. Zo goed zelfs, dat er nu al drie boekjes zijn uitgegeven. Alle drie onder de titel De eenzame boer. Als Geert het mag beleven komen er nog drie titels bij. Mijn tijd in Indië, Boer en Beat en Hersenspinsels. Pen en papier heeft hij voortdurend bij de hand. Elke inval schrijft hij op en in de avonduren werkt hij zijn notities uit. Hij moet echter voortmaken, want zo zegt hij: “ik zit in de laatste tien jaar van mijn leven”.

Een wel erg veelzijdig leven.