Thuis in Groningen
Hoezo krimp?
Ik woon in Noordwest Groningen, het Hogeland, volgens planologen en politici, zorgelijk krimpgebied.
Ik proef de woorden op mijn tong: wij zijn zorgelijk krimpgebied. Wij zijn er zorgelijk aan toe... Wij krimpen... Ja, de bewonersaantallen lopen terug. Ja, er zijn 'spookdorpen', waar nog weinig levendigheid te bespeuren valt. Ja, ook in mijn dorp zijn de bewonersaantallen kleiner dan vijftig jaar terug. En nee, het is geen spookdorp, integendeel, het bruist er van het leven.

Ik woon in Hornhuizen en dit is mijn werkelijkheid: een klein dorp, krap tweehonderd zielen, waarvan ruim een kwart jonger dan 24 jaar. Verder maakt de groep 'werkenden' bijna de helft van de bevolking uit. (bron: www.marnecultuur.nl).
Er zijn nogal wat bedrijfjes in Hornhuizen: een florerend installatiebedrijf, waar de jonge eigenaar met zijn mensen helemaal gaat voor de energietransitie en zo het voortbestaan van onze planeet helpt waarborgen. Dan is er café Wongema, 'centrum van cultuur, educatie en ontmoeting' ('place at the end of the world'), beroemd om onder andere zijn Aardappelfeest. Het zorgt voor een boel reuring in ons dorp! Verder een Galerie, een biodynamisch veeteelt-, en een biologisch akkerbouwbedrijf. Ook zijn er natuurlijk de gewone akkerbouw- en veeteeltbedrijven. Al jaren wonen hier twee vertalers, een schrijfster en een grafisch ontwerper. Helaas zijn er enkele weekendbewoners, maar de mate waarin zij participeren in het dorpsleven, vergoedt de afwezigheid op de andere dagen.
En dan mijn microkosmos: voor ons huis, monument uit 1886, staan vijf kastanjebomen, honderddertig jaar oud. Nu, in de herfst, verheffen ze zich in hun kaalheid, tonen ze hoe ze echt zijn, de dikke geribbelde mossige stammen, het netwerk aan takken, aan de noordkant wat bescheiden, opboksend tegen de zeewind, de zuidkant zich royaal spreidend. Nadere bestudering leert dat de knoppen al weer leven in zich bergen, je kunt het zien! Ze maken zich op om in maart, als 't even kan, te zwellen om vervolgens het nog zachte blad te ontvouwen en de voortuin te veranderen in een tere,speelse kathedraal van licht en schaduw. We lopen door: op het noordwest hoekje staat volgens kenners de oudste buxusboom van Groningen. Door zijn brede vorm straalt hij kalme eenvoud uit in zijn blijvende groenheid. In het voorjaar verschijnen onooglijke groene propjes: de bloemen. Mocht de zon doorkomen, dan vliegt het insectenvolk er op af. De geur van de buxus-met-zon-erop is met niets te vergelijken. Nu gaan we naar het oostperk met de fikse hulstboom. Hier wilden we vorig jaar enige takken weghalen. Beter kijkend langs de stam ontmoetten we de blik van twee ransuilen. Schielijk trokken wij ons terug. Dan de Japanse kers met haar horizontale stammen, bekleed met mos. In het voorjaar uitbundig bloeiend, daarna groen en wat saai. Dat vindt de de grote bonte specht helemaal niet. Die pikt met gemak in de weinig solide stam en verschaft zich zo een nest. En reken maar niet dat de woning van vorig jaar opnieuw gebruikt gaat worden. Nee, er wordt voor het nieuwe broedsel en vers holletje uitgepikt. Zaagsel op de grond. Een verschrikte specht kijkt op uit zijn woning in aanwas, ziet ons en duikt snel weg.
Ach ja, de tuin en haar plantgenoegens, ik kan er na meer dan dertig jaar geen genoeg van krijgen. Mijn tuinliefde wordt prachtig verwoord door de Tsech Karel Capek :'Bijna alle planten groeien vanaf de onderkant van het zaadje naar boven, het zaadjes als een hoed omhoogduwend. Het is werkelijk een natuurwonder, en dan te weten dat vrijwel alle kiemen deze atletische krachtsinspanning leveren. Met toenemend enthousiasme duwen ze de zaadkorrel hemelwaarts, tot ze hem verliezen of afwerpen'. ('Het jaar van de tuin' Karel Capek, 1929)
Beste burger, politicus en planoloog, kom kijken in ons mooie dorp, gelegen in d'aarm van diek. Ooit was het bewonersaantal groter, maar, wat deert dat? Ga lekker een uur op de bank bij de prunus zitten en wacht af wat er gebeurt (waarschijnlijk gebeurt er niets, en dat is fijn). Onderga de sensatie van de bladerkathedraal, kom maar verder, het kost niets. Hoor de klok slaan van onze vijftiende-eeuwse kerktoren. Laat rust en kalm genieten uw deel zijn. En: maakt u zich vooral niet druk om de kosten, bijna iedereen hier zorgt voor zichzelf. Nou ja, een kleine subsidie voor een nieuw 'gedichten- ommetje' en nog wat van die kleinigheden zou fijn zijn. Verder ontbreekt het ons aan niets.
Bovenstaande tekst is ingezonden naar aanleiding van de schrijfwedstrijd 'Thuis in Groningen' en werd bekroond als één van de twee winnaars. Onder het thema 'Thuis in Groningen' vind je meer verhalen van de schrijfwedstrijd.