Wad & Water

1945 tot 1989

Hou 't was: Henk Rispens, garnalenvisser, zeehondenjager

Een montage van een interview met een oudere Groninger, meestal in het Gronings, over hun beroep of iets dat ze hebben meegemaakt in het verleden, in 2009 uitgezonden op RTV Noord. Deze aflevering: Henk Rispens, garnalenvisser in Zoutkamp. Als jongen ging hij met zijn vader naar zee. Om garnalen te vangen én om zeehonden te schieten.

Hou 't was: Henk Rispens, garnalenvisser, zeehondenjager

Zeehond. - Foto: Kees Torn via Flickr

Henk Rispens is 69 jaar en komt uit Zoutkamp. Hij was visser en heeft zijn schip nog. Eigenlijk is hij al gestopt is met vissen, maar soms vaart hij nog uit.

Rispens’ vader had vroeger een vergunning om op zeehonden te jagen. Je mocht niet op zeehonden schieten als ze jongen hadden. Alleen was het wel zo dat jonge zeehonden 25 gulden opbrachten en je had er minder werk van dan grote volwassen zeehonden, waar je 15 gulden voor kreeg.

Wennen

Toen Rispens een jaar of dertien was mocht hij mee met zijn vader op zee. Daar zag hij hoe de zeehonden met hun jong onder de boot doken. Zijn vader schoot dan een jong en de ouder bleef vervolgens op veilige afstand van het geweer, zo’n 40-45 meter, zwemmen van de boot en maakten daarbij een raar geluid dat nogal aangrijpend klonk. Rispens wees zijn vader erop dat de ouder naar het jong riep, maar vader reageerde daar eigenlijk niet op. Hij zei dat dat wel zou wennen. Dat was het dan.

In het geniep

Moeder stond vervolgens op de dijk te wachten als ze terugkwamen van zee. Een beetje in het geniep, het was immers verboden, vertelden ze haar dan wat de vangst was. Ze was erg blij en uitgelaten als een jonge meid met de geschoten zeehondenjongen. Dat leverde veel geld op. ´s Avonds werden de zeehondenvellen dan van boord gesmokkeld en naar de boderijder in Zoutkamp gebracht die ze de volgende dag naar Groningen bracht. Rispens haalde daar dan ´s avonds het geld op.

Spijt

Er waren niet heel veel zeehondenjagers in Zoutkamp, volgens Rispens, een paar misschien. Toen zijn vader oud was sprak Rispens nog wel eens met hem over de zeehondenjacht. Zijn vader gaf daarbij dan toe dat hij het toch wel spijt had, dat hij op die mooie beesten geschoten had. Dat is Rispens altijd wel bijgebleven.