Groningen Stad

1872 tot 1945

Johan Huizinga (1872 – 1945): Geprezen Cultuurhistoricus

Johan Huizinga was de grondlegger van cultuurgeschiedenis en mentaliteitsgeschiedenis in Nederland. Gedurende zijn leven is hij veelgeprezen en mocht hij zelfs prinses Juliana van een opleiding voorzien. Huizinga gaat uit van de ‘historische sensatie’: het één worden met de geschiedenis.

Johan Huizinga (1872 – 1945): Geprezen Cultuurhistoricus

Huizinga's geboortehuis aan de Oosterstraat. Foto: Sanne Meijer

Johan Huizinga kwam op 7 december 1872 ter wereld in Groningen - aan de Oosterstraat, op de hoek met de Papengang. Hij werd geboren in een vooraanstaand doopsgezind predikantengeslacht. Tijdens zijn tijd op het Praedinius Gymnasium genoot hij enorm van het vak geschiedenis. Na zijn gymnasium vervolgde hij zijn studie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Tot 1895 studeerde hij germanistiek. Huizinga promoveerde in 1897 op de Vidûsaka in het Indisch toneel.

Liefde voor geschiedenis

Huizinga’s interesse voor geschiedenis ontwikkelde en werd gaandeweg steeds meer het hoofdonderwerp van zijn loopbaan. Zijn eerste aanraking met geschiedenis was, zoals hij zelf schreef, toen hij als zesjarig jongetje de maskerade van Vindicat zag aan de Ossenmarkt: “Ik had mijn eerste contact met het historisch verleden beet, en dat zat diep en vast”. Vijftien jaar later zou Huizinga de maskerade zelf organiseren als lid van Vindicat.

Erepromotor Juliana

Na zijn promotie werd Johan Huizinga geschiedenisleraar in Haarlem. In 1905 maakt hij een terugkeer naar de Rijksuniversiteit Groningen en wordt hij aangesteld als hoogleraar Algemene en vaderlandse geschiedenis. Na tien jaar vertrekt hij naar de Universiteit Leiden. Tijdens deze aanstelling fungeerde Huizinga als promotor bij de erepromotie van prinses Juliana, die toen in Leiden studeerde.

<p>Johan Huizinga. Bron:&nbsp;Wikimedia Commons</p>

Johan Huizinga. Bron: Wikimedia Commons

Literair kunstenaar

Het idee voor Huizinga’s wereldberoemde boek Herfsttij der Middeleeuwen (1919) ontstond in 1907 tijdens een wandeling langs het Damsterdiep te Groningen. In dit boek trad hij niet alleen op als historicus maar ook als literair kunstenaar, waarbij hij de middeleeuwen op een verhalende manier weergeeft. Herfsttij der Middeleeuwen werd al in 1924 in het Duits en het Engels vertaald. Andere titels zijn Erasmus (1924), In de schaduw van morgen (1935) en Homo ludens (1938). Zijn manier van schrijven heeft veel invloed gehad op historici na hem en leverde hem zelfs meerdere nominaties voor de Nobelprijs voor de literatuur op.

Historische sensatie

Een belangrijke theorie van Huizinga betreft de zogenaamde ‘historische sensatie’. Dit is een beleving die je overkomt als je met geschiedenis bezig bent waardoor je één met het verleden kunt zijn. Zo zou jij je tijdens het bezoeken van een eeuwenoude kerk opeens kunnen wanen in de tijd wanneer de desbetreffende kerk is gebouwd.

Op 1 februari 1945 liet Huizinga het leven, op 72-jarige leeftijd. De opleidingen geschiedenis, kunstgeschiedenis en klassieke talen aan de universiteit Leiden zijn ondergebracht in het Johan Huizinga-gebouw.