Pioniersgeest

1906

Meester Borgman en 14 ijsjes

Opa Borgman (Schouwerzijl, 1880 - Stadskanaal, 1950) was voor mij een zeer bijzondere opa. Alleen al door zijn uiterlijk: hij droeg een zwarte pandjesjas: te vergelijken met een jacquet. De panden waren korter en ronder. Opa zat meestal achter zijn cilinderbureau. Ook had hij een schrijfmachine, maar opa schreef meestal met zijn gouden vulpen (de houder was groen, maar de pen zelf van goud!). Dit was voor een jongetje van nog geen 10 jaar toch wel een teken van grote rijkdom.

Meester Borgman en 14 ijsjes

H.L. Borgman, zijn vrouw Menje Molenkamp en hun beide zonen Jacob Tammo (1908) en Gerard Albert (1910). - foto: Familie Borgman

Opa was altijd aan het werk. Hij vond dat je geen minuut van de dag onbenut mocht laten. Hij schreef artikelen voor pedagogische en didactische boeken en tijdschriften. Hij correspondeerde met professoren en diplomaten. Ook wandelde hij steeds door de kamer, vaak met een witte zakdoek in zijn hand.

Vledderveen

In oktober 1906 werd opa door de gemeente Onstwedde benoemd tot hoofd van de school in Vledderveen. Hij was toen nog onderwijzer in Noordwijk aan Zee en werd in Vledderveen gekozen omdat hij op andere kandidaten voor had in het bezit te zijn van de akten Frans en wiskunde. Daardoor kreeg ik al op zeer jeugdige leeftijd het boek Le petit lord. Om beter met de boeren te kunnen spreken, haalde hij ook een landbouwakte.

Schoolstrijd

Opa moet direct verliefd zijn geweest, want al in juli 1907 trouwde hij met mijn oma Menje Molenkamp, onderwijzeres aan de school in Vledderveen (tot 1932). Met haar kreeg hij twee zonen; Jacob Tammo (1908) en Gerard Albert (1910). In de 19e eeuw woedde de Schoolstrijd. Deze heeft geduurd tot 1917 en ook Vledderveen ontkwam hier niet aan. Er waren twee scholen: openbaar en bijzonder. Opa was hoofd van de openbare school. Als het ’s avonds donker was, ging hij soms op pad om een paar leerlingen erbij te krijgen. Uiteindelijk kwam de onderwijswet van 1923, waarin stond dat de openbare school moest opvoeden tot alle maatschappelijke en christelijke deugden.

Opa Borgman was in de jaren ’20 zijn tijd ver vooruit met zijn ideeën over veranderingen in het onderwijs. Hierdoor ontstonden nog wel eens botsingen met de gemeentelijke overheid. Dit leverde opa bij sollicitaties in andere gemeenten problemen op.

Lichtbeelden, wereldtuin en excursies

Zijn eerste “nieuwerwetse” idee was om bij de lessen in school gebruik te maken van lichtbeelden in plaats van de bekende wandplaten. De gemeente was echter niet overtuigd van dit leermiddel, ondanks het feit dat opa regelmatig brieven met citaten van deskundigen op onderwijsgebied naar het gemeentehuis stuurde. Een subsidie voor deze vorm van onderwijsvernieuwing bleef echter uit. Opa had inmiddels al een toverlantaarn uit eigen zak betaald. Hij stak veel eigen geld in verbetering van het onderwijs. Zo is zijn wereldtuin erg bekend geworden. Ook ging hij met alle leerlingen van de school in Vledderveen met de trein naar Amsterdam. In die tijd hadden weinig leerlingen een trein gezien en Amsterdam kenden ze alleen uit de verhalen. Ook deze reis werd geheel door opa uit eigen zak betaald.

Buiten de school was opa ook nogal actief en een van zijn initiatieven was het oprichten van de “Centrale Vereeniging tot het houden van Voordrachten met lichtbeelden”. Opzet was om de volksontwikkeling op een hoger plan te brengen. Kort daarna solliciteerde opa in Musselkanaal en Alteveer, zonder succes.

Het demotiveerde hem niet, want hij zette zich op allerlei fronten in voor Vledderveen. Hij vroeg om een torentje met een klok zodat de schooljeugd en de landarbeiders konden zien hoe laat het was en hij richtte een verzoek aan de gemeente voor een betere straatverlichting in het dorp. Bij een volgende sollicitatie, nu in Blijham, ving hij opnieuw bot. Volgens de heer H.W. van der Ploeg in Toal en Taiken blijkt de persoonlijkheid van opa steeds weer een punt te zijn waar alles op afknapt.

boordenknoopje

Toen opa pas benoemd was als hoofd van de school in Stadskanaal, kreeg oma in Vledderveen (daar woonden ze nog) een telegram:” Ik zit in nood, kom onmiddellijk”. Oma stapte doodverschrikt op de fiets en reed langs de beruchte Vledderweg vol kuilen en plassen naar Stadskanaal. Toen ze buiten adem in Stadskanaal aankwam, sprak opa de gevleugelde woorden: “Waar is mijn boordenknoopje?”.

Veertien ijsjes

Opa vond dat je geen fouten mocht maken. Als ik trots mijn rapport liet zien met een cijfer 8, vroeg hij waarom dit geen 10 was. Toen ik eens op mijn rapport een 6 had voor rekenen, was het niet best. Opa had zelf een rekenmethode geschreven en in de vakantie moest ik de hele dag rekenen. Voor elke goede som kreeg ik een ijsje. Daarvoor moest ik wel een eind lopen, want een koelkast hadden opa en oma niet. Gelukkig maakte ik wel vorderingen, want eens had ik op één dag veertien ijsjes gehad. Ik was gelukkig, maar mijn vader niet. Toen hij dit verhaal hoorde belde hij bij de buren (want die hadden een telefoon). Opa moest beloven dat hij mij nooit meer zoveel ijs zou geven!

Levensverzekering

Later heeft de commercie zijn ideeën gebruikt om er geld mee te verdienen: zo is het educatieve spel Loco door mijn grootvader uitgevonden. Hoewel opa een beroepsopvoeder was, had hij met zijn eigen zonen soms problemen: daarom gingen beide jongens in Nijmegen naar een kostschool. Ze moesten een HBS-diploma halen en daarna naar de Kweekschool voor onderwijzers: zelf hadden de jongens geen enkele inspraak. Na de Kweekschool mochten ze eventueel een eigen keuze maken. Het onderwijzersdiploma was volgens opa een levensverzekering en dit bleek later maar al te waar.

Op de plaats van de school in Stadskanaal is nu de kruising Hoofdstaat en Beneluxlaan. Het huis van opa en oma Borgman staat ernaast. De school is omstreeks 1950 gesloopt en het huis omstreeks 1960. Op de plek van het huis kwam de Hema en op de plaats van de school begon de Beneluxweg, met iets verder een busstation. Gelukkig heb ik nog meegemaakt dat huis en school in gebruik waren.