Groningen Stad

Menso Alting: hervormer uit Eelde

Vijfhonderd jaar geleden schudde de Katholieke wereld op haar grondvesten. In Wittenberg in Duitsland was de monnik Maarten Luther brutaal genoeg om de Katholieke Kerk uit te dagen. In de vorm van 95 stellingen trok hij de geloofwaardigheid van de leer van de Kerk in twijfel. In de daaropvolgende jaren groeide het aantal volgers van Maarten Luther. In Groningen bleef de katholieke leer nog lange tijd dominant, maar uiteindelijk zou door een geboren Eeldenaar de nieuwe leer ook in de Martinikerk verkondigd worden.

Menso Alting werd geboren in een katholieke wereld. In 1541 werd hij gedoopt in de katholieke dorpskerk van Eelde. Zijn ouders waren welgesteld en tijdens zijn kinderjaren ging Menso naar de katholieke dorpsschool. Toen hij oud genoeg was, ging hij bij zijn oom Egbert Alting in Groningen aan de Vismarkt wonen. In de Stad volgde hij lessen aan de Latijnse school, ook wel de Sint Maartensschool genoemd. De school droeg de naam van de katholieke heilige Sint Martinus. Toch kwam Menso daar waarschijnlijk al in aanraking met de leer van de Rerformatie, door de invloed van de rector Preadinius. Na afronding van de Latijnse school vertrok Menso naar Duitsland, waar hij uiteindelijk ging studeren aan de Universiteit van Keulen.

Nije Leere

Aan het einde van zijn studietijd maakte Menso de overstap van de katholieke leer, naar de ‘nije leere’. Hij stapte daarom in 1565 over van de Universiteit van Keulen naar de universiteit van Heidelberg, een protestantse universiteit. Een half jaar later was hij klaar met zijn studie en werd hij toegelaten tot de ‘bediening van Woord en Sacrament’. Dat betekende dat hij als kerkvoorganger mocht preken, dopen en het avondmaal mocht bedienen. In zijn thuisland kon Menso Alting nog niet aan de slag, want de Republiek ging nog gebukt onder de overheersing door de Spanjaarden en de Inquisitie.

Hagenpreek op een hunebed

Nog datzelfde jaar vertrok Menso Alting voor een reis naar zijn geboorteland. In de dorpskerk van Sleen hield hij een protestantse preek, maar het animo was nog niet groot. In navolging van andere protestantse hervormers werkte Menso Alting mee aan een kerkdienst in de open lucht. In het open veld bij Schoonoord preekte hij naar verluidt bij een hunebed. Het hunebed zou daarom nog steeds de naam 'De Papeloze Kerk’ dragen. Ook in Helpman hield hij op het terrein van de Coendersborg nog een hagenpreek. Maar al snel moest hij uitwijken naar de Palts, omdat Alva naar de Nederlanden kwam en op ketters joeg.

<p>Een hagenpreek verbeeld op een schoolplaat van J.H. Isings, 1946.</p>

Een hagenpreek verbeeld op een schoolplaat van J.H. Isings, 1946.

Reductie van Groningen

In 1594 moesten de Spanjaarden zich echter gewonnen geven en veroverden Prins Maurits en Willem Lodewijk de stad Groningen. De stad werd na de overwinning protestants en Groningen sloot zich weer aan bij de Unie van Oranje. Willem Lodewijk werd aangesteld als Gouverneur van de Stad en Ommelanden. Eén van zijn taken was het aanstellen van protestantse kerkbestuurders. Daarbij werd al gauw aan Alting gedacht. Maar Alting had een leven opgebouwd in Emden en gaf zijn werk niet zomaar op. Wel kwam hij op 27 juli 1594 naar Groningen om de eerste protestantse dienst in de Martinikerk te leiden. In de voormalige Rooms Katholieke kerk, de grootste van de stad in hart van Groningen, werd nu een protestantse eredienst gehouden.

Hoogtepunt

Alting werkte 37 jaar in Emden. Op 7 oktober 1612 overleed hij op 70-jarige leeftijd. Ubbo Emmius, een goede vriend van Menso Alting, schreef in zijn biografie dat de eerste protestantse kerkdienst in de Martinikerk een hoogtepunt in zijn leven was.