Groningen Stad , Macht & Pracht
1560 tot 1939
Pronkjuweel Prinsentuin
In de ochtend van 27 april 2018 gingen de grote bruine deuren van Hotel Prinsenhof open en kwamen een stralende koninklijke familie naar buiten. Het bruisende verjaardagsfeest van de koning werd die dag met zijn familie in Groningen gevierd. De plaats van vertrek was direct een bijzondere en historische locatie, met een verleden verweven met de familie Van Oranje. Het Prinsenhof en de Prinsentuin maken Groningen tot een pronkjuweel.
De binnenstad van Groningen herbergt een prachtige middeleeuwse kern. Enkele bijzondere restanten daarvan zijn nog te bewonderen. De Martinikerk is de meest bekende daarvan. Eeuwen geleden werd de Martinikerk geflankeerd door de Sint Walburgkerk met aan de noord-oostkant een fraterhuis. Omstreeks 1560 werd de Martinikerk een kathedraal en bisschop Johan Knijff koos het Fraterhuis als woning. Toen het gebouw na het overlijden van de bisschop werd bewoond door Stadhouder George van Lalaing, werd het aangeduid als het Herenhof. Nadat Prins Maurits en Graaf Willem Lodewijk tijdens de Nederlandse Opstand waren opgetrokken naar Groningen, vonden de besprekingen over de Reductie in het Herenhof plaats. Vanaf 1594 werd het Hof gebruikt als residentie van de Stadhouder als die zich in Groningen bevond. Het Herenhof werd daarom steeds vaker Prinsenhof genoemd.
17e-eeuwse 'gaerde'
Begin zeventiende eeuw werd het Stadhouderlijk paleis uitgebreid met een ‘Gaerde’, ontworpen door Garwerd Peters. In de jaren ’30 van de vorige eeuw werd ervoor gekozen de tuin zo veel mogelijk naar zijn ontwerp terug te brengen. Derhalve is de renaissancestijl aangehouden. De tuin werd ingedeeld in vijf blokken, daarin kwamen parterres met rozen, berceaus, een kruidensectie en hagen die samen letters vormden. De grote letters ‘W’ en ‘A’ met kroontjes erboven verwijzen naar Stadhouder Willem Frederik en zijn vrouw Albertine Agnes. Zo moest de Prinsentuin, ook wel Prinsenhoftuin genoemd, weer de allure van die verre zeventiende eeuw uitstralen.
'Wakkere groote'
De metershoge muren die de Prinsentuin omringen, maken van de tuin een oase in het hartje van de Stad. In zowel de muur aan de Kattenhage als in de muur aan de Turfsingel is een toegangspoort aangebracht. Een bijzonder component die niet mocht ontbreken, was een zonnewijzer die werd aangebracht boven de poort aan de Turfsingel. Geheel in lijn van de tijdsgeest van de achttiende eeuw liet Stadhouder Willem IV de oude zonnewijzer vervangen door de huidige. Hij liet Gerrit Stevens Cremer en Jan Luijt een zonnewijzer ontwerpen die zijn gelijke niet kende in de Republiek en moest getuigen van Willems toewijding aan kunst en wetenschap. In 1731 was het kunstwerk klaar en werd het bevestigd. In de Kronyk van Groningen ende Ommelanden van 1743 werd gesproken van ‘een zonnewijzer van wakkere groote, wiens gelijken van konst en uitvindinghe in geheel Nederland niet te vinden zal zijn.’
Na plaatsing liepen bezoekers onder een belerende Latijnse tekst door over de relatieve betekenis van de tijd:
De verleden tijd is niet, de toekomende onzeker,
de huidige onzeker, verlies de uwe niet.
Daaronder prijkt de gouden zon met daaraan een staaf waarvan de schaduw de tijd aangeeft. Verder is een wirwar aan lijnen te zien die een bijzonder ingewikkeld systeem vormen met verschillende betekenis. Zo kan ook de lengte der dagen afgelezen worden, het tijdstip van zonsopkomst en zonsondergang, en zowel de Babylonische als de Italiaanse tijdsaanduiding. Rechts onderin is een groot medaillon bevestigd met daarin de gegevens van de makers van de zonnewijzer. Op de zuilen waarop de zonnewijzer rust, zijn platen opgenomen met tekst en uitleg over de zonnewijzer. Een genot om te lezen en te ontcijferen. Stadhouder Willem IV kon tevreden zijn.
Blauwe muur
Het einde van de achttiende eeuw bracht de Fransen naar ons land en vanaf 1795 werd niet meer gesproken van het Prinsenhof, maar van het Nationaal Hof. In 1810 werd het complex zelfs ingericht als Frans militair hospitaal voor 400 zieken. Een klein stukje verhoogde muur aan de Turfsingel, ook wel 'blauwe muur' genoemd, getuigt van het begin van verval van de Prinsenhoftuin: om te voorkomen dat er drank over werd gegooid, werd de muur verhoogd. De gebouwen bleven tot 1905 dienstdoen als militair hospitaal, terwijl de hof steeds verder in verval raakte.
Van chaotisch naar koninklijk
Vanaf 1916 viel het Hof onder de verantwoordelijkheid van de Gemeente Groningen en kwam de vraag naar voren wat er met de Prinsenhoftuin moest gebeuren. In 1930 was de staat van de tuin nog steeds abominabel. Het Nieuwsblad van het Noorden nam een verslag op waarin geschreven werd; ‘De tuin is een chaos, hier ligt turf, daar hout, even verder ziet men ijzeren buizen verspreid liggen.’ Vanaf 1935 werd gewerkt aan het herstel van de tuin en in 1939 werd de Prinsenhoftuin of Prinsentuin feestelijk heropend. Alweer bijna een eeuw siert de tuin onze Stad. Een prachtig stukje van de Groningse binnenstad voor een vorstelijke ontvangst van onze koninklijke familie.