Groningen Stad

1945

Spelletjes op het schoolplein

Van hoepelen met een stokje tot steltlopen en elastieken; de spelletjes die we als kind speelden, vergeten we nooit meer. Pas in de jaren zestig en zeventig verschenen de eerste klimrekken op schoolpleinen en tot die tijd speelden Groningers spelletjes als tiepeltjen, kooihinken, stabal en landjepik. En we knikkerden natuurlijk!

Spelletjes op het schoolplein

Een nieuw klimrek op het Overwinningsplein in 1962. - Foto: John Stoel, www.beeldbankgroningen.nl (1785-13419)

Feitze Datema werd in 1936 geboren in Eenrum en ging elke ochtend naar school in Pieterburen. Wanneer hij een ouderwetse hoepel met stokje ziet liggen, pakt hij het speelgoed op en demonstreert feilloos hoe dat vroeger ging. “Wij hadden vroeger niet zo'n mooie hoepel; we moesten het met de velg van een oud fietswiel doen. We staken dan een stokje in de gleuf. Zijn vrouw Emmy (1942, Lauwerzijl) vult aan: “Op het schoolplein legde je twee stenen neer en dan was het de kunst om de hoepel daar tussendoor te sturen.”  

Samen kennen Feitze en Emmy nog een heleboel schoolpleinspelletjes. “Knikkeren natuurlijk, en rijendansen. Bokspringen en tiepeltjen; met een langere stok een kort stokje zo ver mogelijk wegslaan. We speelden kèttikjen, waarbij alle afgetikte kinderen een steeds langere rij vormden. Een gevaarlijk spelletje was slingerpietjen, waarbij je met een sliert kinderen rondjes rende. De buitenste moest heel hard rennen en viel bijna altijd.” Ook in de winter speelden ze buiten: “Als het vroor, gooiden we 's avonds al een paar emmers water op de stoep, zodat we de volgende dag goed konden glieboantjen. Schoaltjetrappen was een spel voor durfals: over ijs dat nog niet sterk genoeg was zo snel mogelijk naar de overkant van de sloot rennen.”  

Jongens en meisjes

De meeste spelletjes waren voor zowel jongens als meisjes, ook de balspelen en het touwtjespringen. “Pitjeminnen werd misschien meer door de jongens gedaan, herinnert Emmy zich. “De jongens speelden dat ze paarden waren of menden. Op de hoek van het schoolplein hadden ze dan een 'smid' die de paarden besloeg met hoefijzers. Wij speelden ook veel kootjehinken of kooihinken, een hinkelspel dat je met allerlei regels ontzettend moeilijk kon maken.”

Een ander kent nog een spel: "In Loppersum speelden we vroeger kaaibakken: twee stenen op elkaar en dan de bovenste steen eraf gooien met een andere steen." Ze speelden op het schoolplein in de pauzes, maar ook op straat na schooltijd. Emmy: “Maar ik moest wel elke middag eerst naar huis om zoveel pennen te breien. Pas daarna mocht ik gaan spelen!” 

Anneke Bakker (1956) is van een generatie later, maar kent veel van deze spelletjes ook nog. “Wij speelden graag 'Bok bok, houveul hoorns hèt bok?' De voorste moest krom gaan staan en raden hoeveel vingers de tweede had opgestoken. Als het juist was, moest de tweede bokspringen en daarna ook in de rij gaan staan. Ik kon ook heel goed steltlopen. Mijn vader had ze voor me gemaakt en ik kon er zelfs mee touwtjespringen.”

Liedjes

Aly Hoving (1955) herinnert zich vooral de kinderliedjes en bijbehorende spelletjes of dansen. “'Groen is gras', 'zakdoekje leggen' en bij het touwspringen zongen we: 'Rode jongens kus ik graag, zwarte nog veel liever!'” Aly vindt het jammer dat de zangspelletjes, en dan vooral de Groningstalige, verloren dreigen te gaan. “Ik ben kleuterjuf en ik leer veel van die ouderwetse liedjes nog aan 'mijn' kinderen. Maar op de PABO krijgen de nieuwe leraren weinig tot geen zang meer.” Zelf had ze op de Prinses Marijkeschool aan de Korreweg een enthousiaste lerares. “Juf Doesburg vond het leuk om met ons te zingen. Ze schreef elke week een lied op, dat wij moesten overschrijven. 'We hebben drie kleine poesjes, met pootjes van fluweel...'” Aly kan het liedje nog vlekkeloos zingen.

Aly Hoving herinnert zich het lied bij dit spel: “Twee aan twee, twee aan twee, zo gaan wij met de juffrouw mee. […] Vlug erdoor, vlug erdoor, achteraan komt voor.” - Foto: P.B. Kramer, www.beeldbankgroningen.nl (1785-17325)
Aly Hoving herinnert zich het lied bij dit spel: “Twee aan twee, twee aan twee, zo gaan wij met de juffrouw mee. […] Vlug erdoor, vlug erdoor, achteraan komt voor.” - Foto: P.B. Kramer, www.beeldbankgroningen.nl (1785-17325)

Het eerste klimrek

De drie broers De Jong (1963, 1965 en 1972) gingen in Zuidhorn naar school. Zij herinneren zich nog de komst van het klimrek. “Het zal begin jaren zeventig zijn geweest,” zegt de oudste. “Ik zat in de vierde of vijfde klas toen we een klimrek op het schoolplein kregen. Voor die tijd was er niets.” Zijn middelste broer vult aan: “We kaatsten, knikkerden, speelden voetbal en soms waren er jute zakken waar je mee mocht zaklopen. Touwtjespringen was meer voor de meisjes; ik was een van de weinige jongens die dat ook deed.” Verder speelden de broers verstoppertje en blikspuit. “We groeiden op op een boerderij. We hielpen met het werk, maar speelden ook heel veel buiten.”

Hanneke van der Meulen (1954) mocht in haar jeugd graag topjen, spelen met een tol. “We gaven ze allerlei kleuren en keken dan welke het mooiste draaide.” Ze speelde ook landjepik. “We gooiden met een mesje in het zand en mochten dan een stuk land bij de tegenstander 'afsnijden'.” Haar dochter Angela Kloosterman (1977) is van weer een generatie later. “We speelden 'stabal', 'stoeprandje' en 'speurzoekertje'. Ik kon ook wel 'elastieken', al weet ik nu niet meer hoe je precies moest springen.”

Minder spelen?

Lloyd Kloosterman is 11 jaar en kan niet veel antwoorden op de vraag welke spellen ze op het schoolplein doen. “Voetbal en verstoppertje.” Na lang nadenken zegt hij: “En knikkeren.” De oudere generaties weten precies hoe het komt dat de jeugd van tegenwoordig niet meer zo veel spellen kent. Een zeventigplusser die is opgegroeid in Middelstum beweegt zijn duimen over een denkbeeldig beeldscherm. “Allemaal aan de iPad,” zucht hij.

Touwtjespringende kinderen in de stad, 1968. - Foto: D. van der Veen, www.beeldbankgroningen.nl (1785-29947)
Touwtjespringende kinderen in de stad, 1968. - Foto: D. van der Veen, www.beeldbankgroningen.nl (1785-29947)

De verhalen en anekdotes die verwerkt zijn in dit artikel, werden verzameld tijdens het Verhalencafé van De Verhalen van Groningen op de Historische Dagen Verhildersum 2015.