Groningen Stad

1925 tot 1950

Stripboeken en dutjes bij de Mattheus Passion

Mijn opa was van 1925-1950 conciërge van de muziekschool van Groningen. Hierdoor heb ik drie jaar in het jongenskoor van de Mattheus Passion gezongen, wat een beslissende invloed op mijn muzikale vorming heeft gehad.

Stripboeken en dutjes bij de Mattheus Passion

Een jongenskoor tijdens een repetitie. - Foto: theirhistory via Flickr

 In de volkszangschool kwam het ad hoc jongenskoor bij elkaar, dat jaarlijks in de Mattheus Passion moest zingen. Mijn opa had daarvoor zijn kleinzonen voorgedragen bij de toenmalige koorleider Reinold W. Kuiper en die vond ons als jongenssopranen geschikt. Het koor bestond verder uit kinderen van orkestleden van de G.O.V. en van leden van  het Toonkunstkoor Bekker.

Als we naar de repetities na schooltijd in de weken voor Pasen gingen, staken we even ons hoofd om de deur bij de hoofdingang bij opa en oma en kwamen dan via een zijdeur in de Volkszangschool. Het leek net of we bij de school hoorden. De andere kinderen moesten gewoon vanaf de straat door de oude zaaldeur. Meneer Kuiper schreef de Duitse teksten fonetisch op een bord en studeerde ze regel voor regel met ons in. Ik weet niet meer of hij daarbij nog een instrument gebruikte. Voor ons was het jongenskoor een soort verplichting die bij onze opvoeding hoorde, maar als je eenmaal een uitvoering had meegemaakt was je verloren, althans ik.

Iets bijzonders

Het begon al met de eerste repetitie met het grote koor, waarvan vooral de vrouwen erg aardig waren tegen ons knapen. En dan de generale met het orkest erbij en de echte dirigent Jan van Epenhuysen. Daar kon meneer Kuiper niet tegen op. Hij deed precies wat de echte dirigent aangaf. En dan de uitvoeringen, drie keer achter elkaar in De Harmonie. Die rommelige achteringang met uitgesleten houten trappen, die je besteeg in het volle gewichtige besef dat je aan iets bijzonders ging meedoen. Achter het podium waren de kale kamers stampvol orkest- en koorleden en in de pauze was er elke keer limonade. Ik heb het drie seizoenen kunnen doen en toen kreeg ik de baard in de keel. Pas het tweede en derde seizoen mocht ik één keer de hele uitvoering meemaken, want anders werd het te laat.

Stripboeken

Het jongenskoor zat achter op het podium op een soort amfitheater, een kleine tribune. Tussen de drie bijdragen zit nogal wat ruimte en daarom mochten we iets te lezen meenemen. De vanuit de zaal zichtbare eerbiedig gebogen luisterende kopjes waren in werkelijkheid vaak verdiept in stripboeken. Als we aan de beurt waren gaf meneer Kuiper heel zachtjes een seintje en dan stonden we op aan het begin van het koraal. Zelf zat hij tussen de beurten door soms ook te suffen met gesloten ogen, maar reageerde als het aankondigende akkoord klonk van het klavecimbel. Enkele jongens, waaronder ik, volgden de uitvoering wel eens met een tekstboekje, zodat we wisten wanneer we aan de beurt waren. Eén keer merkte ik benauwd wordend, dat meneer Kuiper niet wakker werd voor het koraal Was mein Gott will. Dirigent van Epenhuysen liet met een geërgerd gezicht het aankondigende akkoord herhalen en als gestoken wipte meneer Kuiper overeind en zwaaide ons ook gelijk omhoog. Dat was goed afgelopen.

Opletten

Ik heb het eerste deel dus negen keer gehoord en kende het verloop op het laatst behoorlijk goed. Zowel in het openingskoor als het slotkoor voor de pauze voegt het jongenskoor zich met afzonderlijke zinnen in het grote koor. Dat was dus goed opletten op meneer Kuiper, want die inzetten luisteren nauw. Bovendien komen ze soms pas na de tweede keer, na een herhaling. En dus stelde ik met schrik vast dat meneer Kuiper ons eens al na de eerste keer liet beginnen. Een vernietigende blik vanachter de katheder deed hem verschrompelen en ons gezang wegsterven. Daarna kwam het verder goed.

Niet lang daarna is de oude heer Kuiper na een eminente carrière als koordirigent met de Mattheus gestopt, net als ik. Maar ik kan hem nog steeds van begin tot eind meefluiten en als de muziek wordt ingezet, voel ik nog steeds even de overweldigende opwinding van toen in De Harmonie.