80 jaar vrijheid Groningen

Vluchtelingen in Godlinze

De Tweede Wereldoorlog bracht een groot aantal vluchtelingen op de been. Er waren bijvoorbeeld onderduikers, zoals werkweigeraars en Joden. Daarnaast kreeg het noorden van Nederland aan het einde van de oorlog te maken met een grote een toestroom van mensen uit het westen en zuiden van het land, op de vlucht voor gevechtshandelingen en honger. Ook op de boerderij De Pannekoek in Godlinze verbleven allerlei vluchtelingen. 

Vluchtelingen in Godlinze

Boerderij ‘De Pannekoek’. Godlinze, jaartal onbekend. Privéarchief J. Bultena

Op boerderij De Pannekoek, iets buiten het dorp, woonde de familie Kruger: vader en moeder Kruger, dochters Trijn, Aafke en Jannie en zoon Jans. Het was hier een komen en gaan van onderduikers en vluchtelingen. De boerderij was vrij moeilijk te bereiken: de nummering was onlogisch, er stonden hekken op de weg en de oprijlaan was heel lang. Die lange oprit was overigens ideaal, want vanuit de keuken kon de familie de Duitsers al van verre aan zien komen. Zo konden de onderduikers op tijd een schuilplaats zoeken.

Onderduikers

Al snel na het uitbreken van de oorlog woonden er meerdere onderduikers op De Pannekoek. Eén daarvan was Tiemen Kamphuis. Zijn broer Joop was ondergedoken bij opa Kruger aan de andere kant van het water. Wanneer er berichten over en weer overgebracht moesten worden, zwommen de mannen soms door het maar – met het briefje in de mond.

Sommige onderduikers waren werkweigeraars – mannen die tewerkgesteld waren in Duitsland, maar dit hadden geweigerd. Ook verbleef er een tijdje een Joodse onderduiker op De Pannekoek, maar vader Kruger vertrouwde hem niet. De man ging vaak ’s avonds weg en het was niet duidelijk waar hij dan heen was. Vader Kruger heeft hem uiteindelijk weggestuurd.

Kapotte weckflessen

Op een gegeven moment kwamen er drie Duitsers op bezoek bij De Pannekoek. In de woonkamer stond een spinnenwiel, waar onderduiker Tiemen Kamphuis mee werkte. Er werd gevraagd van wie het spinnenwiel is. “Van mij”, loog moeder Kruger. Vervolgens werd vader Kruger onder schot gehouden. Het hele huis werd doorzocht, maar er werd niets gevonden. Uit frustratie gooiden de Duitsers in de kelder weckflessen met snijbonen kapot, om vervolgens af te druipen.

Er kwamen niet alleen mensen naar De Pannekoek. De boerderij bood ook onderdak aan het vee van de familie Stoppels, een zus en zwager van moeder Kruger. Een Duitse soldaat die bij de familie Stoppels op Nansum was ingekwartierd, had hen verteld dat er oorlogshandelingen op til waren en dat zij hun vee beter in veiligheid konden brengen. De man was ook boer. Hij zei tegen de familie Stoppels: “Ich habe den Krieg nie gewollt”.

Hongerwinter

In 1944 kwam er een grote stroom mensen naar de noordelijke provincies. Tijdens de bevrijding van Zuid-Nederland, in september van dat jaar, werden complete Limburgse steden en dorpen geëvacueerd. Met treinen en soms lopend kwamen de vluchtelingen in de provincie Groningen aan. Daar vonden ze onderdak bij gastgezinnen. In december 1944 kwam daar nog een nieuwe stroom vluchtelingen bij. Vanwege de grote voedseltekorten in de Randstad werden kinderen ‘uitgezonden’ naar het platteland, om daar aan te sterken.

Ook De Pannekoek in Godlinze bood onderdak aan deze vluchtelingen. Zo verbleef een Rotterdamse jongen genaamd Cor op de boerderij, en de familie Lammes uit het zuiden van Limburg. Na de oorlog is de familie Kruger nog lang in contact gebleven met de Limburgse evacuees.

<p>De dorpshaven en het Godlinzermaar. Godlinze, ca. 1930.&nbsp;<em>Fotograaf onbekend, Groninger Archieven</em></p>

De dorpshaven en het Godlinzermaar. Godlinze, ca. 1930. Fotograaf onbekend, Groninger Archieven

Bevrijding

Vluchtelingen kwamen niet alleen van over ver. In de laatste oorlogsdagen werd er hevig gevochten in de omgeving van De Pannekoek. De jongste dochter van het gezin, Jannie Wieringa-Kruger, vertelde: “Eén ding ben ik nooit vergeten: al die vluchtelingen die recht op onze boerderij afkwamen, midden door de velden vanuit Holwierde en Nansum. […] Ze hadden bijna geen kleren en ze wasten zich bij ons in de keuken. […] Toen ze bij ons wat waren bijgekomen, vloog er een granaat in onze kleine schuur. Gelukkig smoorde die in de stropakken. Toen zijn ze gauw verder gegaan.”

De familie Kruger en de vluchtelingen op boerderij De Pannekoek werden uiteindelijk door de Canadezen bevrijd met behulp van een noodbrug, die de ‘babybrug’ werd genoemd. Deze bracht hen naar de andere kant van het ‘maar’ (brede sloot). Daar kreeg Jannie van de Canadese soldaten haar eerste reep chocola.

Bronnen

Dit verhaal is gebaseerd op de verslagen die zijn verzameld door mw. Jopie Bultena, die getrouwd was met dhr. Jans Kruger, de enige zoon van de familie Kruger. Zie ook: https://www.deverhalenvangroningen.nl/alle-verhalen/boerderij-de-pannekoek-in-de-oorlog