50 jaar Lauwersmeer

1950 tot 1980

Het Lauwersmeer als werkplek

Klaas Sijpkens is deels zeeman en deels boer. Hij is een groot liefhebber van de kwelder en het wad. Als kind kwam hij al vaak ‘achter diek’. Dan ging hij bijvoorbeeld mee te ‘botprikken’ met de ‘kooiker’ (de man die de eendenkooi, een vangstinstallatie voor eenden, beheerde). Ze kwamen dan met zakken vol vis weer terug. Hij heeft nog steeds medelijden met degene die al die vis moest bakken. Die voerden ze dan wel drank en zo had die visbakker meer aandacht voor de drank dan voor de vis. Om als kind het wad op te gaan was een bijzonder avontuur.

Het Lauwersmeer als werkplek

Lauwersoog: de Westpolder met eendekooi en bos, gezien vanaf de dijk. - Foto: M.A. Douma, collectie Groninger Archieven

‘Maar wat wil je? Je wilt een keer gaan varen. Ik ben veertien jaar en stap aan boord van de ZK (Zoutkamp) 55, de dag na Vlaggetjesdag (het visserijfeest van Zoutkamp, tweede Pinksterdag). Alle vlaggen hangen nog in top en wij gaan garnalen vissen op de Lauwerszee. Daar zag ik de reddingboot 'Insulinde' voorbij komen met Klaas Toxopeus, de schipper. Ik zie hem nog ons schip keuren en langszij komen. Klaas had een enorme stem. Er werd vis uitgeruild tegen een fles jenever en daarna scheidden onze wegen weer.

Ik heb de HBS in Warffum gedaan en wat let mij om voor een schoolavond gewoon Klaas Toxopeus uit te nodigen, als schipper van de 'Insulinde'. Met mijn vader gingen we op een zondag rond de Lauwerszee – de dijk was er nog niet – naar Oostmahorn, bij hem op theevisite. En inderdaad, Klaas was bereid om op de schoolavond te spreken.
Op die bewuste avond staan er twee Klazen op het toneel. Dan begint Klaas Toxopeus een verhaal met zijn imposante stem en het is in één keer muisstil. Hij vertoont plaatjes over de Reddingmaatschappij. Sinds die tijd ben ik natuurlijk donateur van de Reddingmaatschappij, dat snapt u natuurlijk wel

Maar goed, mijn carrière op zee gaat verder. Dan wil je graag op een ander, groter schip: met een Noordzeekotter mee en dan weer terug naar Zoutkamp. Zijn klompen hoor ik nog steeds, maar in elk geval, ik loop met mijn vader en die stelt voor dat zijn Klaas graag op een groter schip wil. Aan de tap zit ene Markus en die zegt 'Hai kan wel met mie mit. Mörgenochtend om negen uur aan boord'.
Aldus geschiedde, wij vertrekken uit Zoutkamp om op tong en schar te vissen op de Noordzee. Ik ben nog nooit zo zeeziek geweest, onvoorstelbaar. Maar ook daar wen je aan, dus ik ben er overheen gegroeid. Wij visten twee dagen op zee en gingen daarna terug naar het werkeiland in de Lauwerszee (het latere Lauwersoog). Daar werd dan gerust, gegeten en werd het schip weer klaar gemaakt voor de volgende trip op de Noordzee.’

Van de grote vaart naar de combine

‘Wat mijn zeemanscarrière heeft doen bloeien, is dat ik dacht: ik wil verder. Dus ben ik aan een loopbaan als zeeman begonnen. Ik ben stuurman op de grote handelsvaart geweest en in 1980 ben ik ermee gestopt en boer geworden.

Ik ben nog steeds kwelderliefhebber van het eerste uur. In mijn boerentijd had ik ook altijd de schapen en de paarden op de kwelder lopen. Wanneer ik terugkwam van het varen in de jaren ’70, heb ik geregeld gecombined in het Lauwersmeer. De loonwerker daar destijds, Zijlstra, maakte daar heel veel gebruik van combines. Er was natuurlijk niks mooier: je bent achttien, negentien, twintig jaar, en rijdt samen met acht of negen anderen op combines in de Ezumakeeg (het Friese vasteland) of hier in het Lauwersmeer. Het was al een spannend avontuur op zichzelf om op zo’n ding te zitten. En dan met acht of negen tegelijk 'op z’n Amerikaans' te combinen, dat was een geweldige uitdaging.’

Het Lauwersmeergebied

‘Uiteindelijk ben ik boer geworden, maar het Lauwersmeer blijft trekken. Ik heb nog steeds een boot en ik heb er veel gezeild. Maar ik wil ook de aandacht vestigen op de aanlanding van de dijk in de Westpolder. Want de dijk kwam eraan; die is aangelegd op de grens van de gemeente Ulrum en de gemeente Kloosterburen. En waarom nou niet in de gemeente Kloosterburen, want wij lagen in die gemeente? In elk geval, de conclusie was om die aanlanding aan te leggen binnen één gemeente, dan had je maar met één raad van doen en was het natuurlijk makkelijker om de procedures te doorlopen, dan wanneer je met twee gemeentes van doen had. Wij vielen daardoor buiten de indijking van het Lauwersmeer.

Samen met Trienke Woldringh had ik eendenkooien en voor die kooien had de aanlanding van die afsluitdijk op die zeedijk natuurlijk een enorme impact. De rust werd doorbroken en het was voor de kooiker natuurlijk heel vervelend dat hij zijn vangsten zag teruglopen vanwege de reuring daar aan de dijk. Dat heeft uiteindelijk ertoe geleid dat de eendenstand is teruggelopen. De kooi is in 1979 overgedragen aan het Groninger Landschap.’

'Roet' en ander onderhoud

‘Het opruimen van 'roet' (onkruid) was een wezenlijk element voor alle boeren in de Westpolder. Wanneer je dat niet deed, belde je buurman om te zeggen dat je je 'roet' op moest ruimen. Het was heiligschennis om dat te vergeten, om dat niet te doen.
Een ander facet was het onderhoud van de dwarshekken, de afscheiding tussen de eigenaren. Dan ging je met je gezicht naar het hek toegekeerd staan en stak je je rechterhand naar voren. Waar je duim naartoe wees, daar was jij verantwoordelijk voor. Dat is nu nog net zo. Je had de verantwoordelijkheidsplicht om dat gedeelte op orde te houden. Men lette daar dus op. De onderlinge controle was groot en o wee als je dat niet goed deed. Dat was toch wel een heel wezenlijk element in die tijd om de veiligheid te benadrukken, de veiligheid die dus heel belangrijk is voor die kustbewoners.

En om naar die veiligheid nog even een uitstapje te maken: toen de Lauwersmeerdijk gemaakt moest worden, was aan de Friese kant, vanaf Zoutkamp naar Kollumerpomp, op de dijk een bekisting gemaakt, want de dijk was te laag. De bekisting was ongeveer een meter hoog; een soort constructie van rijshouten dammen. Als je nu naar Kollumerpomp rijdt over de Nieuw Kruislandseweg staat daar op de dijk nog een stukje van zo’n bekisting, die bedoeld was om te voorkomen dat het water over die dijk spoelde. Op die manier werden de Friese dijken tijdelijk verbeterd. Het is een herinnering aan de ramp van 1953. Dat was een van de redenen om ervoor te zorgen dat de Lauwersmeerdijk aangelegd werd.’

<p>Lauwersoog: de Westpolder met eendekooi en bos, gezien vanaf de dijk. - Foto: M.A. Douma, collectie Groninger Archieven</p>

Lauwersoog: de Westpolder met eendekooi en bos, gezien vanaf de dijk. - Foto: M.A. Douma, collectie Groninger Archieven

In 2019 is het 50 jaar geleden dat de Lauwerszee werd afgesloten en een Lauwersmeer werd. Meer achtergrondinformatie, verhalen en aankondigingen van activiteiten binnen dit thema? Kijk dan op lauwersmeer.groningen.nl/50-jaar-lauwersmeer.