Pioniersgeest

1568 tot 1648

Hoe Stanislaw zijn vrouw ontmoette

Het was voorjaar 1985. In heel Nederland werd uitgebreid aandacht geschonken aan en gevierd dat het veertig jaar geleden was, dat wij bevrijd werden van de Duitse overheersing. Elke zichzelf respecterende stad wilde aan deze 40-jarige bevrijdingsherdenking een extra tintje geven en nodigde daartoe oud-soldaten uit, die ons letterlijk hebben bevrijd.

Hoe Stanislaw zijn vrouw ontmoette

Poolse veteranen en hun Nederlandse gastgezinnen in Winschoten.

Omdat Winschoten door een Pools regiment werd bevrijd (later volgden Belgen en Canadezen) nodigde het gemeentebestuur van Winschoten oud-strijders en hun echtgenoten uit om een week de gast te zijn van onze gemeente. Drie Poolse oud-soldaten met echtgenoten namen deze uitnodiging aan. Voor deze echtparen worden gastfamilies gezocht; men meende dat logeren bij Winschoter burgers zeker op prijs zal worden gesteld (en later bleek dat dat goed gedacht was). Omdat wij de oorlog én de bevrijding bewust hebben meegemaakt, meldden wij ons direct aan. Wij kregen uiteindelijk het aardige echtpaar Romanek uit Warschau een week logeren.

Stanislaw (67) sprak voortreffelijk Engels, zijn vrouw Galina (66) een klein beetje en zo konden wij elkaar goed leren kennen en hoorden wij de verhalen over hun leven. Stanislaw vertelde zijn levensverhaal: als jonge soldaat heeft hij in september 1939 in Polen gevochten, is hij gevangen genomen, gevlucht en vervolgens heeft hij weer gevochten, is gevangen genomen en weer ontsnapt. Uiteindelijk is hij met een paar krijgsmakkers dwars door Midden-Europa en grotendeels te voet gevlucht naar Portugal.

Daar vandaan ging hij naar Engeland en heeft zich toen direct aangesloten bij de Poolse strijdkrachten. In die zes oorlogsjaren had hij overal meegevochten en onder andere de invasie op Sicilië en in Normandië meegemaakt. In Normandië raakte hij ernstig gewond en werd daarom naar Engeland gebracht waar hij Engels leerde. Na onder meer hoofdoperaties was hij net op tijd hersteld om met het voorjaarsoffensief in West-Europa mee te vechten en zo belandde hij op 15 april 1945 in Winschoten. Hier was toen even een pauze ingelast vóór de oorlogshandelingen werden voortgezet.

Stanislaw stopte hier even met zijn verhaal, waar wij ademloos naar zaten te luisteren; ook onze (half)volwassen kinderen zaten op het puntje van hun stoelen, en toen kwam het meest bijzondere.

Moorkampen

Vlak over onze grens met Duitsland waren vanaf 1933 al concentratiekampen ingericht, de zogenaamde moorkampen, de moeras- en veenkampen. Hoewel dit ook in Nederland bekend was -oud inwoners van het grensgebied vertellen wel, dat zij de lichten van die kampen vaak hadden gezien- is hier eigenlijk weinig aandacht voor geweest, zeker niet na afloop van de oorlog. In eerste instantie waren de gevangenen in deze kampen uitsluitend Duitsers die zich tegen de nazi-overheersing hadden verzet, maar later zijn deze kampen ook bevolkt door gevangenen uit alle landen van Europa.

Hoewel het geen vernietigingskampen waren, waren de omstandigheden erbarmelijk; ook in deze kampen zijn duizenden mensen omgekomen. Hoe de Polen het wisten weet ik niet, maar in Oberlangen, één van die moorkampen zaten honderden Poolse vrouwen en meisjes opgesloten. Ze zaten daar al jaren gevangen en moesten als dwangarbeidsters legerkleding herstellen. In verhouding met de andere kampen was hun behandeling iets beter.

De Poolse soldaten in Winschoten wisten dus van het bestaan van dat vrouwenkamp en ze wilden ook direct doordrukken, de grens oversteken en ‘hun’ vrouwen bevrijden. Maar zo eenvoudig lag dit niet. Toen de soldaten het aan hun meerderen voorstelden, moesten die  dit verzoek wel afwijzen; de internationale situatie liet niet toe dat vijandelijke soldaten zomaar de Duitse grens over zouden steken.

“Maar”, vervolgde Stanislaw zijn verhaal "de legercommandant liet wel toevallig de sleutels van een paar jeeps achteloos op tafel liggen en hij vertelde nadrukkelijk dat hij die avond vroeg ging slapen. We hebben toen met acht man in twee jeeps stilletjes Winschoten verlaten, zijn naar een kleine grenspost gereden waar we zonder problemen de grens over staken en hebben het kamp met de Poolse vrouwen opgezocht! Wij hebben, al was het niet officieel, onze eigen landgenoten bevrijd.”

Je hoeft niet over een grote fantasie te beschikken om je voor te stellen, hoe dat geweest moest zijn! Gevangen vrouwen, al jaren geleden van huis verdreven en dan komen daar zomaar op een avond Poolse soldaten hun kamp binnen. Het is voor ons niet te bevatten wat voor emotionele taferelen zich daar toen afgespeeld hebben.

Ademloos luisterden wij naar deze verhalen en toen kwam de climax: Stanislaw pakte de hand van zijn vrouw beet en zei met gesmoorde stem: "Dit was het eerste Poolse meisje dat mij in dat kamp om de hals vloog…" Diezelfde avond zijn de Poolse soldaten over de grens weer teruggereden naar Winschoten en later hebben Stanislaw en Galina hun kennismaking bezegeld met een huwelijk. Maar dat kamp, de grens voorbij, heeft hen bij elkaar gebracht.