Pioniersgeest

1839 tot 2020

Molen Ceres: de godin van Spijk

De Groninger molendagen gaan op 13 en 14 juni 2020 niet door, maar de molens zullen wel draaien. Zo ook de molen Ceres in Spijk, een markante molen die evenals de kerktoren hoog boven de gave circulaire wierde uitsteekt.

Molen Ceres: de godin van Spijk

De 'skyline' van Spijk met het markante torentje en de molen Ceres, 1990. – Foto: collectie gemeente Delfzijl

In 1839 verrees in opdracht van Tjark Pieters Houtman, pal tussen de huizen van Spijk, een hoge, achtkantige koren- en pelmolen. Deze stellingmolen is bijzonder. Hij steekt hoog boven de bebouwing uit en is een van de oudste nog werkende molens van onze provincie. En zowel in bouw als in samenstelling heeft deze molen opmerkelijke kenmerken. In tegenstelling tot de meeste Groninger molens is het onderstuk niet van steen maar van hout, waarboven een met riet gedekte bovenkant verrijst. De staanders (stijlen) lopen dan ook helemaal van onder tot boven door en zijn uit één stuk gemaakt. Bovendien staat de molen op stiepen, taps toelopende stenen blokken, zodat de vloer vrij boven de grond ‘zweeft’. Deze constructie komt hoofdzakelijk voor in Zeeland bij grondzeilers, lage molens waarbij de wieken bijna de grond raken. De reden zal mogelijk zijn dat zodoende ongedierte zich minder gemakkelijk een weg kan banen in het houten onderstel.

Kajuit

Vroeger was materiaal schaars en duur, zodat bouwmateriaal vaak hergebruikt werd. Dat is ook in deze molen het geval. Er zijn onderdelen gebruikt van een afgebroken molen uit Uithuizen maar er is ook gebruik gemaakt van sloophout, afkomstig van de toenmalige scheepssloperij in Garnwerd, wat een verrassend effect geeft. De toegang tot de stelling, de omloop die op zeven meter hoogte zit, is geen gewone deur, maar bestaat uit twee deuren die uit de kajuit van een schip kwamen.
In de molen prijkt nog een bord met daarop de woorden ‘Deze eerste molen te Spijk heeft laten zetten T.P. Houtman en vrouw H.J. Allersma in 1839’.
De naam Ceres heeft de molen pas gekregen nadat hij in 1943 gerestaureerd was.

Wel en wee

Hoewel in 1839 een tweede molen in Spijk niet werd toegestaan omdat het dorp daar te klein voor was, heeft een zoon van Houtman in 1855 toch een tweede koren- en pelmolen aan de zuidkant van het Spijkstermeer gebouwd. Hij verkocht hem echter al snel en de nieuwe eigenaar verhuisde hem in 1861 naar Hornhuizen. Daar is deze molen in 1934 afgebroken.

Om ook te kunnen malen zonder wind is in 1906 een petroleummotor in de molen geplaatst, die in 1925 werd vervangen door een elektromotor. Deze werd echter weer overbodig toen in 1943 de wieken gestroomlijnd werden en ook bij weinig wind gemalen kon worden. Het was ook wel nodig dat er wat aan gedaan werd, want er was al tweemaal een wiek losgeraakt en in de gracht terechtgekomen. Pas bij de heropening na deze restauratie heeft de molen de naam Ceres gekregen. De naam van deze Romeinse godin van het graan is een goede bekende in landbouwkringen.

Oorlogstijd

De Ceres heeft in de Tweede wereldoorlog een belangrijke rol gespeeld. Er was een ontvangstinstallatie aangebracht waarmee naar verboden Engelse zenders en Radio Oranje werd geluisterd. De twee ijzeren roeden van de molen dienden daarbij als antenne. De Duitsers hebben dit nooit ontdekt. De ontvanger heeft jaren heel goed gewerkt en zo waren de Spijksters goed geïnformeerd over wat er gaande was. De ontvanger hangt nog steeds in de molen.
Ook heeft de molen gediend als schuilplaats voor onderduikers. Eén van de onderduikers was kennelijk erg bang en had de volgende woorden in een van de balken gekerfd.

Twee dingen bezwaren mijn gemoed
Ten eerste dat ik sterven moet
Ten tweede nog veel meer
dat ik niet weet de tijd wanneer

De tekst is nergens meer terug te vinden, Mogelijk is de balk bij een restauratie is vervangen. Een van de leden van het vrijwilligersteam zal de woorden in een houten bord graveren dat in de molen zal worden ophangen.

Vlak na de oorlog is de Ceres zwaar beschadigd bij de ontploffing van Duitse munitie die in een loods lag opgeslagen. De zaak werd hersteld, maar toch niet voldoende: in 1950-1952 moest de molen alsnog een grote restauratie ondergaan.

Molenaars

De molen is hoofdzakelijk in handen geweest van twee families. Familie Houtman en familie Kimm en nazaten. De laatsten waren Remmert Keizer (1916-1999) en zijn vrouw Bouwke Wierenga (1911-1998). Een bevlogen paar dat met hart en ziel in de molen werkte.
Remmert werkte al op 12-jarige leeftijd bij zijn vader in de molen en werd in 1947 eigenaar. Naast het molenaarswerk verkocht hij ook kippenvoer. De transportfiets waarop hij dat rondbracht, staat nog in de molen.
Bouwke hield ook van de molen. Zij gaf rondleidingen en volgde een cursus Engels om ook buitenlanders te kunnen ontvangen.
De molen werd ook vaak gebruik voor het maken van trouwfoto’s. Betaling was niet nodig; Bouwke wilde alleen een foto hebben. Die plakte zij in een plakboek. Ook dit fotoboek is jammer genoeg in het niets verdwenen. Beiden namen actief deel aan het dorpsleven en waren altijd overal van de partij.
Remmert is molenaar gebleven tot zijn gezondheid het niet meer toeliet. In 1982 moest hij de molen van de hand doen.
Sinds 2007 is de molen Ceres eigendom van Het Groninger Landschap.

Na twee molenstichtingen is het Groninger Landschap sinds 2007 eigenaar van de Ceres. Een vrijwilligersteam houdt de molen draaiend en geeft rondleidingen. Ook worden er vrijwillige molenaars opgeleid.
Het team is nog op zoek naar nieuwe vrijwilligers voor de rondleidingen. Belangstelling? Neem contact op via vrijwilliger@groningerlandschap.nl.