Macht & Pracht
1967
Het 1000-woningenplan: monumenten voor naoorlogse wederopbouw
Huib Ottevanger bedacht een bijzonder plan om arbeidersgezinnen, vijf jaar na de oorlog, aan een fatsoenlijk huis te helpen: het 1000 huizenplan.
De carrière van zijn vader brengt Huib Ottevanger (1911 – 1996) begin jaren twintig vanuit zijn geboorteplaats Soest naar Westerwolde. Zijn vader verruilt dan zijn baan als onderwijzer voor die van hoofd van de school in Mussel. Ottevanger brengt zijn tienerjaren door in het Oost-Groningen van voor de Tweede Wereldoorlog. Het leven is er eenvoudig, waterleiding en elektriciteit voor velen een onbereikbaar iets. Maar de volksaard bevalt hem goed, waardoor hij een sterke band opbouwt met het gebied, een band die hij zijn leven lang zal koesteren.
Hij treedt in het voetspoor van zijn vader, wordt ‘kwekeling’ en volgt een opleiding aan de normaalschool in Stadskanaal, een voorloper van wat we nu de Pedagogische Academie noemen.
Zijn loopbaan begint in 1930 aan de Hervormde School in Tange-Alteveer. Het is bijzonder dat hij een baan vindt; er is een onderwijzersoverschot in die tijd en bovendien is het crisistijd. Dat ook zijn pa in het onderwijs werkzaam is, heeft misschien wel geholpen.
In 1933 stapt hij over naar de Christelijk Nationale School in Veendam. Als gedreven gereformeerd onderwijzer haalt hij een paar akten en wil pedagogiek gaan studeren. Maar eerst trouwt hij in 1936 met Pie Beumée, uit Oude Pekela.
Verzet
De oorlog komt en Ottevanger raakt al snel betrokken bij het verzet. Eerst in Noord-Holland en later in de provincie Groningen. In 1943 wordt hij benaderd door Wim Speelman, de oprichter van de illegale krant Trouw. Deze krant is een antwoord op de al bestaande ondergrondse kranten, die door Speelman te links bevonden worden. Huib Ottevanger hoeft niet lang na te denken en wordt hoofdverspreider van Trouw in het noorden. Hij kruipt een aantal malen door het oog van de naald en overleeft; Speelman is minder gelukkig. Na de bevrijding is Ottevanger onder andere bij de Orde Dienst districtscommandant in Ter Apel en heeft hij het toezicht op kampen met NSB’ers. De oorlog heeft een streep gezet door zijn studieplannen. Zes weken staat hij nog voor de klas, maar daarna aanvaardt hij het ambt van burgemeester in Ulrum voor de Anti-Revolutionaire Partij.
Woningnood
Tijdens zijn burgemeesterschap heeft Ottevanger grote aandacht voor de slechte woonomstandigheden van vooral de arbeiders op het Groningse platteland. Leefomstandigheden die hij in Westerwolde van dichtbij heeft meegemaakt. De Woningwet van 1901 en de Landarbeiderswet van 1918 hebben voor de arbeiders niet veel veranderd. De huizen, die voor de oorlog onder deze wetten werden gebouwd, zijn te luxe en daardoor onbetaalbaar en bovendien viel door de crisis in de dertiger jaren de bouw uiteindelijk zelfs stil.
Na de oorlog bepaalt het Rijk waar er gebouwd mag worden en hoeveel. Een handjevol huizen per dorp, een druppel op een gloeiende plaat. Veel jonge stellen willen eindelijk trouwen na vijf jaren oorlog en graag een betaalbaar dak boven hun hoofd.
Duizend woningen
En terwijl minister-president Drees en koningin Juliana eind jaren veertig oproepen tot emigratie omdat Nederland met zijn 10 miljoen inwoners te klein wordt, bedenkt Huib Ottevanger in 1950 zijn 1000 woningenplan voor de blijvers. Hij krijgt de gemeenteraden van 31 gemeenten in Groningen achter zijn plan. Samenwerken, samen aanbesteden, samen sterk.
Het ontwerp is van architectenbureau Drewes & Kuiler uit Groningen. Lucas Drewes (1870-1969) werkt nog, zijn compagnon Jan Kuiler (1883-1967) is dan al met pensioen, zodat de ontwerpen toegeschreven moeten worden aan de jonge architecten Jan Adam Por (1921-1967) en Pieter Mient Hoekstra (1922-2010). Doorzonwoningen volgens één en dezelfde tekening, met dezelfde ramen, deuren, trappen en aangepast aan de eisen der tijd. Nou ja, niet overal, want in dorpen waar de waterleiding nog ontbreekt, moet de douche achterwege blijven.
In 1951 en 1952 worden meer dan duizend woningen gebouwd, waaronder in Ter Apel.
Keramist Anno Smith (1915-1990) ontwerpt voor iedere gemeente een tegeltableau, met alle gemeentewapens er in.
Herkenbaar
De aanwezigheid van een geiser in de keuken en warm water voor de douche is een voor die tijd ongekende luxe voor arbeidersgezinnen. De huizen hebben een schuurtje en een afgesloten woonhof waar zelfs ruimte is voor een moestuin. De rijtjeshuizen zijn bijna allemaal herkenbaar aan drie betonblokjes boven de voordeuren, die staan voor de drie nullen van het getal duizend.
Van de duizend woningen hebben veel het heden niet gehaald; slopen bleek goedkoper dan aanpassen. In Ter Apel staan er nog een paar, aan de Havenstraat, gerenoveerd en met recht monumenten voor het eerste grootschalige naoorlogse wederopbouwproject, en wel in Groningen.