Pioniersgeest
1868 tot 1990
Winschoten knooppunt van bus, trein en tram
De overdekte busremise in Winschoten wordt gesloopt. Vijftig jaar heeft de haveloze loods naast het station dienst gedaan voor bussen van de GADO en later Arriva en Qbuzz. De plek was al voor de oorlog een knooppunt van bus, trein en tram.

Opening van het nieuwe openlucht busstation in Winschoten in 1948. Met een apart GADO kantoortje en de Scania-Vabis bussen op een rij, met daarnaast chauffeurs en conductrices in het gelid. - Foto: Cultuurhistorisch Centrum Oldambt, www.beeldbankgroningen.nl (5-0852a). Bron omschrijving: Sievert Bodde
Stram in het gelid staan de bussen opgesteld. Zeven op een rij. Ernaast poseren kaarsrecht de chauffeur en een enkele conductrice. Op twee bussen is de bestemming te lezen: Bellingwolde, Ter Apel. Voor het wachtlokaal van de GADO staat zo te zien de directie, hoeden op, lange jassen aan. Twee jongens op een step kijken nieuwsgierig toe. De vlag hangt fier in top. De Groninger Autobus Dienst Onderneming viert feest: in 1948 werd het nieuwe busstation geopend, en de busorganisatie bestaat dan 23 jaar. En dus is het tijd voor een staatsieportret voor busstation Winschoten. De GADO, opgericht in 1925, is dan in Groningen één van de grootste busondernemingen.
Winschoten is een knooppunt van vervoer. Bus, tram en trein komen samen bij of in de buurt van het station. In 1868 rijdt er al een stoomtrein tussen Groningen en de grens. Iets later, in 1882, gaat de stoomtram OP rijden, Oldambt-Pekela, van Finsterwolde via Winschoten naar de Pekela’s. De stoomtram doorkruist het centrum van Winschoten en steekt bij de Garst de spoorlijn over.
Pionier
Aan de oostkant van de provincie pioniert Frederik Deiman met een omnibus, een soort paardenbus van Bourtange naar Winschoten. Drie keer per week trekken paarden de wagon. Als hij in 1902 overlijdt, neemt zijn 15-jarige zoon Herman Johannes de dienst over. Dat doet hij tot 1915. Dan treedt hij in dienst van de net opgerichte stoomtramwegmaatschappij Oostelijk Groningen (OG). Deiman wordt stationschef in Termunten, maar na tien jaar gooit hij het roer om. Hij wil een eigen busonderneming en koopt in 1925 zijn eerste Fordbus en gaat op de vertrouwde lijn rijden, Winschoten via Vlagtwedde naar Bourtange, lijn 11. Lijn 11 bestaat nog steeds, zij het als belbus van Vlagtwedde naar Bourtange.

Deiman heeft een vooruitziende blik. Niet de tram maar de bus heeft de toekomst. Want als de OG in 1915 op stoom komt, is vervoer per rails in feite al weer achterhaald. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog gooit bovendien roet in het eten. Materiaal en materieel zijn moeilijk te krijgen. OG moet zich behelpen met tweedehands locs en rijtuigen. Ook hoge brandstofprijzen drukken de exploitatie.
Netwerk van trams
Oprichter dr. Dirk Bos, raadslid in Winschoten en Kamerlid voor de Vrijzinnig Democratische Bond, is in 1905 nog zo optimistisch als hij in een ingezonden brief in de Winschoter Courant pleit voor “eene krachtige verbetering van ons verkeersnet’’. Hem staat een netwerk van trams door heel Oost-Groningen voor ogen, 300 kilometer lang. Slechts 83 kilometer wordt gerealiseerd, slechts één lijn van Delfzijl via Winschoten naar Ter Apel, met een aftakking bij Blijham naar Bellingwolde. Meer tramlijnen zullen er niet komen.
De bus wint terrein. Gretig storten particulieren als Deiman zich op het busvervoer. De ene onderneming na de andere begint een buslijn. Het wemelt van bussen met welsprekende namen als Goliath, Roland, VADO, DAM, ADNO. In Groningen zijn het er 29, in heel Nederland 400.
Ook de fiets wordt een geduchte concurrent van OG. Eind 1900 berijdt slechts één op de 500 een tweewieler, bijna 95.000 Nederlanders. Tien jaar later is dat al één op de twaalf, een half miljoen Nederlanders.
Vervoer per rails is te statisch, zo blijkt alras, al beleeft OG in de crisisjaren nog een opleving als werklozen met de tram vanaf station Winschoten naar ontginningen in Westerwolde worden vervoerd. Bij het station is het op zaterdagmiddag als zij terugkeren een drukte van belang. Bus en tram verdringen elkaar om de mannen met schoppen verder te loodsen naar de trein.

Wildgroei
De overheid zet in die jaren dertig niet alleen de gedwongen werkverschaffing op poten, maar snijdt ook in de wildgroei aan busvervoer. Daar moet een einde aan komen. Het is een ratjetoe aan dienstregelingen. Soms overlappen buslijnen elkaar en rijden min of meer dezelfde route. Dat moet anders, vindt de rijksoverheid en wenst concentratie van bedrijven. De GADO heeft dan al wat bedrijfjes ingelijfd en is een grote speler geworden. Na de oorlog komt alle busvervoer in één hand als de GADO onderdeel van NS wordt. Tot 1998 prijkt de naam op de gele bussen. Dan neemt eerst Arriva en later Qbuzz het stokje over.
In 1990 is er van overname nog geen sprake en geeft de GADO haar 65-jarig bestaan extra cachet met de verschijning van een opmerkelijk boek Een wijde blik verruimt het denken (tekst Eddie Marsman en foto’s Ton Broekhuis). De schrijver reist van Ganzedijk via Drieborg naar Nieuweschans en noteert onderweg: “Bij de eerste halte in Drieborg stapt een bejaard echtpaar in. Ze gaan niet naast maar achter elkaar zitten. Beiden bij het raam. Omdat Nederland even in de etalage ligt.”
