De bevrijding van Groningen

Groningen was de laatste provincie van Nederland die werd bevrijd. Dat ging niet zonder slag of stoot, want hoewel veel Duitse soldaten in het voorjaar van 1945 wel in de gaten hadden dat zij de oorlog aan het verliezen waren, verzetten ze zich toch nog met hand en tand tegen de oprukkende Canadese en Poolse troepen. In Groningen is zware strijd geleverd en is er duur betaald met vele mensenlevens.

De bevrijding van Groningen
Canadese militairen versieren een bren carrier met tulpen. - Foto: Public Archives Canada, www.beeldbankgroningen.nl (1785-18668)

In het najaar van 1944 rukken de geallieerden in razend tempo door België. De stemming in Nederland is optimistisch: de bevrijding is een kwestie van hooguit weken. De Duitsgezinden vrezen voor hun leven. Op Dolle Dinsdag, dinsdag 5 september 1944, vluchten foute politiemannen uit Amsterdam en Haarlem richting Duitsland. Maar als ze in de buurt van Groningen komen, blijkt het allemaal zo’n vaart niet te lopen. Een groot deel van hen meldt zich dan bij de Groningse Sicherheitspolizei.

Scholtenhuis

Hun Groningse collega’s zijn maar wat blij met deze versterking. Deze westerlingen zijn onbekend bij het verzet. Ze kunnen zich dus anoniem onder de mensen begeven en spioneren. Dat leidt er toe dat in de winter van ’44-’45 veel verzetsgroepen compleet worden opgerold. Hiermee valt de basis onder het Gronings verzet weg. Het Zuiden van Nederland is dan al vrij, maar in het Noorden breekt een winter van angst en terreur aan. 

Het Scholtenhuis aan de Grote Markt in Groningen, ooit daar neergezet door de grootindustrieel W.A. Scholten, is het hoofdkwartier van de SD in Groningen. Talloze verzetsmensen, gevangenen en andere slachtoffers worden hier vastgehouden en bruut verhoord door de beruchte Robert Lehnhoff en zijn medewerkers. Tijdens de bevrijding van de Stad zal het pand, symbool voor de wreedheden van het naziregime, in vlammen opgaan.

Hulp

De terreur van de nazi's woedt overal, maar in Delfzijl laten de Duitsers ook hun menselijke kant zien. Om de bevolking van het hongerende westen van Nederland te redden, werkt het Rode Kruis samen met de geallieerden en de Duitsers. Op 28 januari 1945 komen twee Zweedse schepen vol meel en andere levensmiddelen aan in de haven van Delfzijl. Het meel komt als een geschenk uit de hemel.

Werkman

Op 13 maart 1945 wordt de kunstenaar Hendrik Werkman gearresteerd. In de vroege ochtenduren van 10 april wordt hij gefusilleerd, na een bizarre en noodlottige samenloop van omstandigheden. Het is een van de laatste daden van de SD’ers.

De volgende dag, op 11 april 1945, betreden de geallieerde soldaten Gronings grondgebied. In het zuidoosten bevrijden de Polen Westerwolde en het Oldambt. Mevrouw Wesseling-Huiting uit Vlagtwedde herinnert zich de komst van de soldaten die ze niet verstond, maar wel begreep:

"Met de bevrijding kwamen de Polen in jeeps vanaf de Wollinghuizerweg. Wij moesten achter een muur gaan staan terwijl de Polen het kerkhof afzochten. Ze meenden dat zich daar nog een aantal Duitsers schuilhielden die wij een poosje eerder hadden gezien."

Vlucht

Veel Duitse soldaten blazen de aftocht, georganiseerd of op eigen houtje met haastig gevorderde wagens, karren of fietsen. Bij de grensovergangen worden de lange kolonnes waargenomen van vermoeide en uitgebluste Duitse soldaten. Jan Prins van Hanning wordt als kleine jongen door zijn moeder gedwongen om de aftocht gade te slaan:

"De soldaat zei niets terug, maar gooide een bundel bankbiljetten langs mijn hoofd. Ik wilde het geld oppakken, maar werd door mijn moeder tegengehouden. "Oh nee, komt niets van in," zei ze. Kijken moest ik, kijken, meer niet. Ze draaide mijn hoofd naar de asfaltweg."

Aftocht van Duitse soldaten, met daaronder ook hoge officieren. - Foto: Gemeente Winschoten, www.beeldbankgroningen.nl (5-1070c)
Aftocht van Duitse soldaten, met daaronder ook hoge officieren. - Foto: Gemeente Winschoten, www.beeldbankgroningen.nl (5-1070c)

De bevrijding nabij

De bevrijding hangt in de lucht, voelen veel Groningers. Maar voor vele dorpen duurt het nog even. De heer J. van der Hoek woont als jongen in Wittewierum: 

"Op een gegeven moment kon je bij ons het geschut overal horen. Richting Groningen, richting Slochteren: overal gerommel. Je wist dat er aan de bevrijding werd gewerkt.”

Inundaties

Wittewierum is een van de dorpen die onder water staan. Al in de herfst van 1944, wanneer de geallieerden Zuid-Nederland bevrijden, zetten de nazi's het gebied boven het Eemskanaal onder water. Later komt daar nog een groot gebied ten zuiden van het Eemskanaal bij, tot aan het Schildmeer. T. Diekema, voorzitter van waterschap Duurswold: “Van Stad tot Delfzijl, ten weerszijden van het Eemskanaal, alles water zover het oog reikte en mens en dier moesten wijken.”

Battle of Groningen

De Canadezen beginnen op 13 april aan de bevrijding van Groningen. In en om de stad wordt hevig gevochten. De noord- en oostwanden van de Grote Markt liggen volledig in puin en meer dan 270 gebouwen worden vernield. Voor de Canadezen was de slag om Groningen een van de zwaarste stadsgevechten van de bevrijding. Desondanks verliezen 'slechts' een kleine 45 Canadezen het leven in de slag om de Stad. Op 16 april zijn de Groningers bevrijd en kan op de Martinitoren, fier overeind gebleven tussen alle puinhopen, de Nederlandse vlag uit.

Canadese soldaten in de Guldenstraat tijdens de bevrijding van Groningen. Foto: Haijer en Mees, www.beeldbankgroningen.nl (1785-00149)
Canadese soldaten in de Guldenstraat tijdens de bevrijding van Groningen. Foto: Haijer en Mees, www.beeldbankgroningen.nl (1785-00149)

De provincie in

De Canadezen stomen daarna door naar het noorden en oosten van de provincie, maar het zware geschut van de batterijen Nansum, Fiemel, Delfzijl en Dollard, dat met gemak een afstand van 20 kilometer kan overbruggen, maakt het de geallieerden niet gemakkelijk. Ten Post en Ten Boer, ten noordoosten van de Stad, worden snel bevrijd op 16 en 17 april en de Canadezen van de vijfde Pantserdivisie nemen daar hun intrek, onbereikbaar voor het geschut. Daar lijken ze een adempauze te nemen, voordat ze opnieuw de strijd aangaan.

In de bevrijde dorpen is de vreugde en opluchting groot: Ton van Dijken uit Harkstede ziet als jongen wonderlijke dingen: 

"De vrouw van meester Bos die met een spiegelei naar buiten loopt om dat de bevrijders aan te bieden. Terwijl die nota bene aan niets gebrek hadden. Maar ja, zo dankbaar was je dat je bevrijd was.”

Onzeker

Maar in veel andere dorpen heerst vooral onzekerheid. Greta Vossepoel-Nap herinnert zich de vreemde situatie in Loppersum ten tijde van de bevrijding: 

“Dinsdagavond 17 april was het zomaar mogelijk naar Ten Boer te gaan waar de Canadezen waren. We waren niet bevrijd, maar ook niet echt bezet. We waren als het ware niemandsland. Maar voor ons kwam toen de ergste spanning, want we dachten dat de Canadezen spoedig zouden komen. Maar ze zaten in Ten Boer en bleven daar voorlopig eerst zitten. Toen er woensdagmiddag 18 april nog geen Canadezen waren, kwamen de Duitsers terug en maakten nieuwe stellingen in Loppersum. Zo'n honderd soldaten, een paar auto's met munitie en pantservuisten werden gebracht.”

In het noorden van de provincie hebben de bevrijders relatief vrij spel. Vanaf Zoutkamp rukken de Canadezen gestaag op: ze trekken door de dorpen zonder noemenswaardig contact met de nazisoldaten, die zich in rap tempo terugtrekken naar het oosten. In de sfeer van verslagenheid onder de Duitsers, zijn er echter toch nog soldaten die blijven vechten, of erger nog. Een negentienjarige schoorsteenvegersleerling uit Papenburg ziet zijn kans schoon en weet in de laatste weken van de strijd nog zeker 125 mensen om te brengen, onder wie vijf opgepakte Groningers.

'Delfzijl Pocket'

De Duitse soldaten verzamelen zich in een gebied dat door de Canadezen 'Delfzijl pocket' genoemd wordt: de dorpen rondom de batterijen aan de kust en het gebied ten zuiden van Delfzijl. Ze zitten in de val, maar van overgave is geen sprake. In Wagenborgen wordt hevige strijd geleverd, voordat het dorp op 23 april eindelijk wordt bevrijd. 

Appingedam onder vuur

 “De Duitsers zitten in de val in het laatste stukje bezet Nederland,” schrijft Ru Ploeger uit Appingedam in zijn herinneringenboek voor zijn kleinkinderen. Het verblijf in Appingedam is eind april vol risico. Wie kans ziet weg te komen, vertrekt dan ook. Tenslotte dient iedere inwoner verplicht te verdwijnen Tien dagen lang is Appingedam dan een spookstad waar branden oplaaien, puinhopen roken en straten bezaaid liggen met rommel. “Een nachtmerrie,” herinnert Ploeger zich. De Canadezen veroveren straat voor straat, maar de stad blijft onder vuur liggen vanuit Delfzijl.

Laatste schoten

De ’Kessel Delfzijl’ - zoals de Duitsers het noemen – is het laatste nazibolwerk. Met veel moeite veroveren de Canadezen de bunkers aan de dijk, door hen omschreven als ’bungalows met muren ter dikte van meer dan een meter’. Wanneer de kanonnen eindelijk zwijgen, geven de laatste nazi's zich over. Het verhaal wil dat de laatste schoten van de Tweede Wereldoorlog in Nederland uit geweren van de Duitsers komen, afgevuurd van de toren van Farmsum.

Op 2 mei is de provincie Groningen bevrijd. Drie dagen later geven de Duitsers die nog in Noord- en Zuid-Holland zitten, zich over. Nederland is vrij.

Mannen bij achtergelaten helmen en andere rommel bij het geschut de Fiemel bij Termunten, mei 1945. - Foto: www.beeldbankgroningen.nl (2138-5895)
Mannen bij achtergelaten helmen en andere rommel bij het geschut de Fiemel bij Termunten, mei 1945. - Foto: www.beeldbankgroningen.nl (2138-5895)